Dat zegt de directeur bosbeheer in de Jerusalem Hills, Chanoch Zoref.

Zoref schat dat er in een gebied van ongeveer 600 tot 700 hectare schade ontstond door de sneeuwstorm van 12 december en enkele dagen daarna. In het gebied is 
200 tot 300 hectare zwaar getroffen. Bomen die zich boven een hoogte van 700 meter bevonden, kregen de zwaarste klappen. 
Toch noemt Zoref de schade „beperkt.”

Aan het einde van de winter en in het begin van het voorjaar is de natuur in Israël op haar mooist. Dan zullen vele Israëliërs naar de bossen trekken om van de natuur te genieten. „Het risico voor wandelaars in de bossen proberen we zo veel mogelijk te beperken. We verwijderen bomen die zijn om­gewaaid of die de komende weken kunnen omvallen.”

Zoref schat dat er 40.000 tot 50.000 bomen zijn omgevallen of gebroken takken hebben. Als de onderhoudsploegen bomen en takken hebben verwijderd, zullen Zoref en zijn collega’s verder kijken wat er moet worden gedaan. „Op de meeste plaatsen hoeven we geen nieuwe bomen te planten. Er staan nog genoeg bomen in de bossen. Ook groeien er op natuurlijke wijze veel jonge bomen. Het is een kwestie van tijd, maar de bossen zullen zich vanzelf herstellen, al helpen wij daarbij een handje.”

Zoref heeft extra personeel ingehuurd voor het natuuronderhoud. Ongeveer negentig mensen zijn aan het werk met tractoren en zaagmachines. De takken gaan naar hakselaars, zodat de kans op bosbranden in de zomer wordt verminderd.

Andere ploegen zijn aan het werk om de schade te herstellen aan de infrastructuur, zoals bankjes, wandelpaden en richtingaanwijzers. Ook is er door wateroverlast zware schade ontstaan aan sommige wegen. „Het zal zeker een jaar duren voordat wij ons werk hebben afgerond”, schat Zoref.

Weekblad In Jerusalem meldde dat in de Israëlische hoofdstad door het natuurgeweld 40.000 van de 141.000 bomen beschadigd zijn geraakt. Ook daar zijn ploegen aan het werk om bomen en takken te verwijderen en te vervoeren naar hakselaars.