„Kunst kan eeuwig leven weerspiegelen”
APELDOORN. Kunst en cultuur zijn deel van de schepping en kunnen dus ook de Schepper weerspiegelen. Daarom behoeven reformatorische christenen zich er niet afzijdig van te houden.
Ze kunnen integendeel met hun kunst „flitsen van de toekomende hemel naar voren trekken in deze aardse werkelijkheid”, dat zei dr. Ewald Mackay donderdagavond in een lezing voor PFSAR, de studentenvereniging van de christelijke gereformeerde Theologische Universiteit in Apeldoorn. De docent cultuurgeschiedenis en filosofie aan Hogeschool Driestar Educatief sprak over ”Christen en cultuur”.
De spreker zette zijn lezing op aan de hand van het beeld van de spiegel in 1 Korinthe 13: 12. In het eerste deel over „cultuur als spiegel” bezag hij onder deze beeldspraak de schepping. De mens als schepsel was een bijzondere weerspiegeling van Gods eigenschappen zoals liefde en vrijheid. Nadat de mens autonoom werd, viel de spiegel in scherven. „Omdat God aanstuurt op een herschepping komen de geschiedenis en de cultuur in het spanningsveld van de gebroken spiegel en de herstelde spiegel te staan.”
Het middendeel van zijn betoog, getiteld ”De spiegelzaal: de historische lijn”, besteedde de Driestardocent aan een vogelvlucht door de geschiedenis. Hij bepleitte een herwaardering van de middeleeuwen omdat toen heel het leven en de cultuur christelijk doordesemd waren. Dat de reformatorische kring veelal huiverig staat tegenover kunst en cultuur is te wijten aan de onchristelijke en soms banale ontsporingen van de autonome kunstenaar in later tijd.
Schaduw
Mackay pleitte voor deelname aan kunst en cultuur door christenen. Christelijke kunstenaars kunnen met hun werk een voorafschaduwing van het toekomende leven geven, zo stelde hij in het derde deel van zijn lezing. „Bij het aanhoren van de Matthäus Passion van Bach kan iets van de hemel op aarde worden beleefd.” Mackay citeerde de apologeet C. S. Lewis, die christelijke cultuuruitingen zag als „flitsen van de hemel in het aardse landschap.”
De uitersten van een „kuyperiaanse cultuuroverschatting” enerzijds en een „overgeestelijk piëtisme waar natuur en genade geheel gescheiden zijn” anderzijds moeten we vermijden, aldus de docent. Christenen zijn niet totaal gebonden aan deze aarde, maar zij zijn ook geen vluchtelingen. Kunstuitingen weerspiegelen Gods eigenschappen en kunnen Gods lof verkondigen. Eenmaal komt er een spiegelloze aanschouwing van God en „ook dan zal de creativiteit doorgaan, in een hemelse liefdestaal waarvan wij ons nu geen voorstelling kunnen maken.”
Ontwikkeling
Dr. Mackay neemt positieve ontwikkelingen waar in de gereformeerde gezindte, richting meer openheid voor kunst en cultuur, zo zei hij in de discussie. Anderzijds baarde het hem zorgen dat in reformatorische kring nog altijd „een volstrekte scheiding” bestaat tussen natuur en genade. „Er is een terrein voor de ziel en dan is er verder een hoop stoffelijks, maar voor de verbinding tussen beide, die mede door de verbeeldingskracht tot stand komt, is in reformatorische kring minder aandacht.”