Opinie

Initiatief boetedag verdient navolging

Het initiatief van de Gereformeerde Gemeenten om een boetedag te houden, verdient navolging, stelt ds. J. E. de Groot.

Ds. J. E. de Groot
30 January 2014 17:09Gewijzigd op 15 November 2020 08:32
beeld Fotolia
beeld Fotolia

Prof. dr. A. Baars stelde afgelopen zaterdag dat „gezamenlijke verootmoediging voor God noodzakelijk is” (RD 25-1). Dat sluit goed aan bij de boetedag die de synode van de Gereformeerde Gemeenten heeft vastgesteld voor zondag 11 mei (RD 23-1). De synode sprak uit dat „het goed zou zijn als deze boetedag in meerdere kerken gehouden zou worden.” Graag onderstreep ik die oproep.

Hoe geef je een boetedag vorm? Vanuit de zending en vooral van wat we zagen in de kerken in Cuba, heb ik daar enige gedachten over. In Peru, waar we van 1979 tot 1986 woonden, werden regelmatig dagen van verzoening en verootmoediging gehouden. Daar was de hele gemeente bij betrokken. En ging veel van uit en er rustte zegen op.

Vasten

Ik noem een aantal elementen dat volgens mij van belang is. Het is allereerst goed als 11 mei een dag van bidden en vasten wordt, zoals ds. C. J. Meeuse, predikant van de gereformeerde gemeente te Goes, terecht stelde. Laten we op die dag de maaltijden overslaan en alleen met wat drinken genoegen nemen, zodat we ons (bijna) geheel op het gebed kunnen richten.

Vasten is een voluit Bijbelse instelling. We lezen er in het Oude en het Nieuwe Testament regelmatig over. Bijvoorbeeld in Joël 1:14 en 2:15: „Heiligt een vasten” (kondig een vastentijd af). Maar ook Christus roept ons er in de Bergrede toe op: „Wanneer gij vast…” Soberheid, je onthouden van spijzen, draagt bij aan een betere concentratie.

Het zou ten tweede goed zijn als op 11 mei de kerkdeuren de hele dag open zijn. Dit om gemeenteleden de gelegenheid te geven om persoonlijk en samen te bidden. Jongeren zouden in bepaalde ruimten van de kerk apart samen kunnen komen – jongeren hebben er soms behoefte aan hun eigen zonden te belijden. Het was op het zendingsveld indrukwekkend om te zien hoe in de jonge kerken groepjes christenen samen geknield en veelal hardop baden. Elk uur waren er anderen die het gebed overnamen, er was sprake van een ”cadena de oración”, een ketting van gebeden.

Preekschets

Het zou ten derde mooi zijn als er voor de boetedag één preekschets gemaakt zou kunnen worden die in alle kerken van de gereformeerde gezindte wordt gebruikt. Mogelijk kan prof. Baars voor de preekschets zorgdragen. Er staan vooral in het Oude Testament veel toepasselijke gedeelten waarover gepreekt zou kunnen worden. Bijvoorbeeld 2 Kronieken 7:12-22 of 2 Kronieken 12:1-14. Ook Joël 2:12-17 is van toepassing. Te denken valt verder aan Daniël 9 of aan een van de ontdekkende brieven uit Openbaring 2 en 3. Wat de liturgie betreft zijn de boetepsalmen bijzonder geschikt.

We zouden ten vierde in onze huizen samen kunnen komen om elkaar te ontmoeten, samen te zingen, te spreken over de gehoorde preken en te bidden. Wellicht is het mogelijk dat niet alleen eigen gemeenteleden worden uitgenodigd, maar ook leden van andere kerkgenootschappen die vlakbij wonen. Wat zou het mooi zijn als de eenheid van de christenheid op deze dag van ootmoed mag worden beleefd! Laten we overigens niet vergeten de jeugd uit te nodigen. In Joël 2:16 wordt er zelfs gesproken van kinderen en zuigelingen.

Ten slotte zouden voorgangers en kerkenraadsleden het (goede) voorbeeld kunnen geven door samen op de knieën te gaan. Als de nood echt weegt, kunnen we toch niet meer staande blijven? In Joël 2:17 lezen we over priesters en dienaren die wenen(!) tussen de voorhal en het altaar. Zij treden als voorbidders voor het volk op, en smeken: „Spaar Uw volk, o Heere, en geef Uw erfenis niet over tot een smaadheid, dat de heidenen over hen zouden heersen (spotten). Waarom zouden ze onder de volken zeggen: Waar is hun God?” Er wordt dus een beroep gedaan op Gods eigen eer, die ermee gemoeid is, wanneer voor de heidenen Zijn macht niet blijkt. Zo mogen wij pleitend en intens bidden, beseffend dat de kerken vandaag de dag in soortgelijke situatie verkeren.

Laat zondag 11 mei een dag van gezamenlijke verootmoediging voor God mogen zijn. „Wie weet, Hij mocht Zich wenden en berouw hebben, en een zegen achter Zich overlaten” (Joël 2:12-14). Een zegen voor onze kerken, een zegen voor ons land. Dat alles vooral omwille van de Naam des Heeren.

De auteur is hervormd predikant te Ede en voorzitter van de plaatselijke afdeling van het Contactorgaan Gereformeerde Gezindte.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer