„Een ijzersterke machine. De politie zocht destijds een snelle sportwagen met luchtgekoelde motor”, vertelt John Bennink, oud-wachtmeester van de rijkspolitie. „We deden veel aan filebeveiliging. In dat kader moest je soms van Oude Rijn naar Woerden achteruitrijden. Een watergekoelde auto was na 1500 meter al aan de kook.”

De open sportwagen kwam goed van pas bij de opvoedende taak die de politie destijds nog voor zich zag weggelegd. „Het directe contact met het publiek was belangrijk. We konden zo gemakkelijk iemand vanuit de auto toespreken. Automobilisten hadden hun rijbewijs wel, maar konden vaak niet uit de voeten op de snelweg. We moesten ze regelmatig manen snelheid te maken en niet te keren op de snelweg.”

De Rijkspolitie opereerde met alle Porsches vanuit Driebergen. „We hadden er pakweg 65 op stal staan. Vanuit Driebergen was je met zo’n snelle auto in no time aan de andere kant van Nederland.” Begin jaren ’90 kregen de witte 911’s een rood neusje en een rood kontje.

De oud-wachtmeester denkt met heimwee terug aan de Porsches. „Een betrouwbaar werkpaard. Het doet je nog altijd iets als je de donkerbruine roffel hoort. Bij de oude garde gaan de oogjes flonkeren als je het over de Porsche hebt. Bij welke baas kon je je het permitteren om dagelijks in een sportwagen rond te rijden?”