De vleermuis krabbelt op
KOPENHAGEN (ANP). Het gaat weer beter met de vleermuizen in Europa. Hun aantallen zijn tussen 1993 en 2011 met 40 procent toegenomen, na een jarenlange daling. Dat blijkt uit een studie van het Europees Milieuagentschap (EEA), een onderzoeksgroep van de Europese Unie.
In de tweede helft van de 20e eeuw kreeg het vliegende zoogdiertje flink te lijden van intensivering van de landbouw, ontbossing en de vernietiging van zijn slaapplaatsen, waardoor hele kolonies werden uitgeroeid. Ook bezweken veel vleermuizen door het giftige dieldrin, een in 2004 verboden middel om hout voor woningbouw insectenwerend te maken.
Intussen lijkt het erop dat nationale beschermingsprogramma’s en Europese wetgeving hun vruchten hebben afgeworpen. En dat is goed nieuws, maar laten we niet te vroeg juichen, zegt dierecoloog Jasja Dekker, die namens de Zoogdiervereniging aan het onderzoek heeft meegeschreven. Volgens hem zijn de vleermuizenpopulaties nog altijd kleiner dan ze waren voor de Tweede Wereldoorlog, toen de daling inzette, dus hun leefgebieden hebben blijvende bescherming nodig.
„Maar we zijn op de goede weg. We moeten volhouden en naar de lange termijn blijven kijken”, aldus Dekker.
Het onderzoek werd gedaan in negen Europese landen, waaronder Nederland, en beslaat 16 van de 45 voorkomende vleermuissoorten. Dekker hoopt het onderzoek in de toekomst te kunnen uitbreiden met meer landen en meer tellingen. „Nu is alleen in de winter geteld, maar hopelijk kunnen we ook in de zomer gaan tellen, bijvoorbeeld in grotten in het Middellandse Zeegebied”, zegt Dekker.