Van Rijn komt VNG tegemoet
DEN HAAG (ANP). Hoe zorgverzekeraars en gemeenten vanaf 2015 moeten samenwerken op het vlak van de wijkverpleging wordt vastgelegd in de zorgverzekeringswet. Staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) heeft dat woensdag geschreven aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Van Rijn komt daarmee tegemoet aan de wens van de gemeenten die zich zorgen maken over samenwerking met de verzekeraars. Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor langdurige zorg en begeleiding van mensen die het niet alleen redden.
Eerder was al bekend geworden dat er in totaal 3,9 miljard euro beschikbaar is voor deze nieuwe zorgtaken. Vanaf woensdag weet elke gemeente hoeveel geld er voor deze taken kan worden ingeboekt. De overheveling van taken gaat in elk geval gepaard met een bezuiniging van 465 miljoen euro op de huishoudelijke verzorging.
Het kabinet gaat de effecten van de operatie in de gaten houden. Eerder kondigde Van Rijn al aan dat hij 200 miljoen euro extra uittrok om in 2015 eventuele aanloopproblemen te kunnen opvangen.
De VNG gaf onlangs aan dat de gemeenten in 2015 niet verantwoordelijk willen worden voor het leveren van zorg en begeleiding aan hun inwoners. In zijn reactie stelt Van Rijn dat het kabinet er alle vertrouwen in heeft dat gemeenten passende ondersteuning gaan organiseren voor hun inwoners. De bewindsman heeft wel begrip voor de zorgen van de gemeenten en wil graag samen met hen zaken oppakken. „Wij weten dat veel gemeenten al ver zijn gevorderd met de voorbereiding op de decentralisaties”, aldus Van Rijn.
Verder is het volgens hem zaak dat gemeenten en het kabinet er samen voor zorgen dat de plannen voor decentralisatie van de langdurige zorg op een goede manier worden uitgevoerd. Vragen rond de drie operaties waarbij taken van de overheid overgaan naar de gemeenten (langdurig zorg, sociale werkvoorziening en jeugdzorg) worden regelmatig besproken aan een zogeheten regietafel die wordt geleid door minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken).