Dat zei staatssecretaris Teeven dinsdagavond in de Tweede Kamer.

Teeven reageerde daarmee op de oproep van de Kamerleden Helder (PVV) en Bontes. Beiden drukten hem op het hart alles op alles te zetten om Van der G. in de cel te houden. In mei komt Van der G. in beginsel in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidstelling.

In de Kamer legde Teeven uit dat het openbaar ministerie (OM) eerst moet nagaan of de invrijheidstelling van Van der G. verantwoord is. „Dat heeft de Kamer in 2008 zo besloten.” Zo zou justitie kunnen besluiten dat Van der G. op vrije voeten komt als hij belooft zich te houden aan een meldplicht en/of een locatieverbod, en/of een contactverbod. Een andere mogelijkheid is dat justitie invrijheidstelling niet verantwoord vindt. In dat geval zal het OM de rechter verzoeken om uitstel of afstel van de invrijheidstelling.

Pas wanneer Teeven het als verantwoordelijk bewindsman oneens zou zijn met een besluit van het OM kan hij een verzoek om uit- of afstel doen. „Er moet nu een gepaste afstand zijn tussen het openbaar ministerie en mij”, aldus Teeven.

PVV-Kamerlid Helder wilde van Teeven toch de toezegging dat hij het onderste uit de kast zou halen om Van der V. in de cel te houden. Teeven wilde daar nog niet op ingaan, maar attendeerde de Kamer op de mogelijkheid om nogmaals over de kwestie te debatteren. Uiterlijk eind maart zou dat dan moeten gebeuren. De voorwaardelijke invrijheidstelling van Van der G. gaat in op 2 mei. Een eventuele vordering voor uit-of afstel moet uiterlijk een maand daarvoor worden ingediend.

Teeven wil voorlopig nog niets kwijt over de bereidheid van Van der G. om mee te werken aan een programma dat recidive moet terugdringen. Volgens diverse media weigert de moordenaar van Fortuyn deelname, maar Teeven vindt dat hij daar nu geen mededelingen over kan doen.

Dat het OM uitgerekend vandaag naar buiten bracht dat Van der G. binnenkort opnieuw wordt onderzocht is volgens Teeven toeval. „Ik heb me daar niet mee bemoeid.”