Treurende pleitbezorger voor christenen in de Centraal Afrikaanse Republiek
„Het geweld in mijn land is het resultaat van jaren van wanbestuur”, concludeert ds. Nicolas Guerekoyame-Gbangou, predikant uit de Centraal-Afrikaanse Republiek. „Het gevolg is dat islamitische huurlingen duizenden mensen vermoorden omdat ze christen zijn.” Vorige week overleed een van zijn dochters aan de gevolgen van het geweld. „Ik kan zeggen: God liet me niet in de steek.”
De drie heiligen van Bangui worden ze genoemd. De evangelicale predikant Nicolas Guerekoyame-Gbangou, de rooms-katholieke bisschop van Bangui, Dieudonné Nzapalainga, en imam Omar Kobine Layama. Het drietal poogt de gemoederen in de Centraal-Afrikaanse Republiek te bedaren. Die bereikte begin december een hoogtepunt toen Sélékarebellen in de hoofdstad Bangui meer dan duizend mensen vermoordden. Voor het merendeel ging het om christenen.
Sinds december 2012 is het onrustig in de voormalige Franse kolonie. President François Bozizé werd begin vorig jaar afgezet na een coup. Michel Djotodia, de leider van de Sélékarebellen die vanuit het noorden van het land optrokken naar de hoofdstad Bangui, volgde hem op. Maandag maakte deze plaats voor interim-president Catherine Samba-Panza. Zij zei dinsdag een poging te willen wagen om de twee strijdende groeperingen, de Sélékarebellen en antibalakamilities (”tegen het kromzwaard”), om de tafel te krijgen.
Voor ds. Guerekoyame-Gbangou vormen de gebeurtenissen in zijn land ook een persoonlijk drama. Vorige week, net na zijn aankomst in Nederland, overleed een van zijn kinderen aan de gevolgen van het geweld in Bangui. Vandaag, enkele dagen na het interview, begroef hij haar.
Over zijn persoonlijke gevoelens rond de gebeurtenissen kan of wil de predikant niet te veel kwijt. Hij is met een doel naar Europa gekomen, legt hij uit. Er staat te veel op het spel om met lege handen thuis te komen, ook al rouwt hij. „Ik roep alle Europese landen ertoe op om in actie te komen. Er zijn nu al Franse militairen in de Centraal-Afrikaanse Republiek, maar het zijn er te weinig. Het aantal troepen moet snel omhoog. Ook hulp van de Verenigde Staten is onmisbaar.”
Er is ook een vredesmacht van Afrikaanse troepen in zijn land aanwezig. Ds. Guerekoyame-Gbangou heeft zijn vertrouwen daarin echter verloren. „Voor een deel wordt die vredesmacht gevormd door soldaten uit Tsjaad. Toen de Sélékarebellen optrokken, gesteund door radicaalislamitische huurlingen uit Tsjaad, kozen ook de militairen van de vredesmacht de kant van de rebellen.”
In amper twee jaar tijd bent u van een gemeentepredikant uitgegroeid tot een pleitbezorger van de christenen in uw land. Wat betekent dat voor u?
„Dat is diep treurig. In mijn land heerst chaos. Mijn eigen werk ligt overhoop. De plannen voor de kerk en voor de alliantie van evangelicale gemeenten zijn kapotgemaakt. Op dit moment draait alles om overleven. De leden van onze kerken zijn verspreid over 57 vluchtelingenkampen. Rond mijn eigen kerk is een kampement waarin zich 15.000 mensen bevinden. Christenen en islamieten, allemaal mensen die uit angst voor het oorlogsgeweld een veilig heenkomen gezocht hebben.”
Zijn deze mensen veilig rond uw kerk, nadat er in de afgelopen weken doden zijn gevallen?
„Op dit moment is het relatief rustig. Maar in december zijn er in de wijk waarin de kerk staat, nog ongelooflijke wreedheden begaan. De Séléka waren op zoek naar antibalakamilities, maar die waren er niet. Uit wraak hebben ze zestien mannen vermoord. Hun kelen zijn doorgesneden, hun huizen verbrand. Ook hebben ze drie granaten afgevuurd op het terrein van de kerk.”
Waar was u zelf op dat moment?
„Op het terrein van de kerk, bij de 15.000 vluchtelingen. Het waren angstige ogenblikken. Verschillende keren dreigde de Séléka het vluchtelingenkamp aan te vallen. Er kwamen na verloop van tijd Burundese militairen van de Afrikaanse vredesmacht. Toen keerde de rust weer enigszins weer.”
De Séléka worden vaak beschouwd als moslimradicalen, de antibalaka als christenen. Terecht?
„In geen van beide gevallen is die aanduiding helemaal juist. De Séléka zijn vanaf december 2012 opgetrokken vanuit het noorden van het land, maar zijn oorspronkelijk geen moslimradicalen. Zij hebben echter de hulp ingeroepen van huurlingen uit Tsjaad, maar ook assistentie gekregen van de Boko Harammilities uit Nigeria. De antibalaka komen voort uit zelfverdedigingsgroepen die zich wapenden tegen bandieten. Ze zijn beïnvloed door zowel het animisme als het christendom. De antibalaka voeren bijvoorbeeld heidense rituelen uit waardoor ze denken immuun te zijn. Helaas hebben ook zij verschillende wreedheden begaan.”
Toch zegt de vorig jaar maart afgezette president Bozizé dat hij christen is en de antibalaka bij hem horen.
„Bozizé is lid van een sekte, die ”het hemelse christendom” heet. Hij heeft er baat bij om de milities te steunen, zo heeft hij nog enige stem in het land. Ik zie het meer als strategie van hem. Je kunt niet zeggen dat Bozizé of de antibalaka de christenen in de Centraal-Afrikaanse Republiek vertegenwoordigen.”
In westerse media bestaat het beeld van een burgeroorlog. In hoeverre is er ook sprake van georganiseerde christenvervolging?
„De situatie is chaotisch, maar van de kant van de Séléka is er wel degelijk sprake van het systematisch uitmoorden van christenen. In elk dorp dat ze veroveren, trekken ze richting de kerk, die dan vernietigd wordt. Extremisten van Boko Haram stellen mensen voor de keuze om Jezus te verloochenen of gedood te worden.”
Toch zijn er nog elke zondag diensten in uw kerk. Hoe houdt u het vol, bij alle gevaar?
„Als iedereen zou vluchten, wat zou er dan van de kerk overblijven? Zwakke gelovigen zie je nu niet in de kerk. Veel mensen zijn bang om naar de kerk te gaan. Ook predikanten zijn gevlucht. Dat maakt het moeilijk om te zeggen: toch blijven wij diensten houden. Maar ik vind dat we het moeten doen. Anders ben je niet meer geloofwaardig. Bovendien: het geeft een mogelijkheid om mee te spreken over het belang van verzoening in het land.”
Loopt u persoonlijk gevaar?
„Mede doordat ik samen met de bisschop en de imam oproep tot verzoening, geniet ik landelijke bekendheid. Dat geeft me enige bescherming. Ik ben eenmaal gearresteerd. Dat veroorzaakte grote onrust in Bangui. Nadat ik een nacht vastzat, stond er een grote groep christenen voor het politiebureau. Zij riepen op tot mijn vrijlating. Dat gebeurde gelukkig enkele uren later. Ik zie het in deze omstandigheden als een zegen dat ik een man van statuur geworden ben. Ik ben vaak de spreekbuis van christenen in het land op de tv, of bij de overheid. Ik zie het als genade dat ik daarmee ook een factor ben om rekening mee te houden.”
Hoe is het zo gekomen dat u samen met de bisschop en de imam uitgroeide tot ”de drie heiligen”, zoals u met z’n drieën wordt genoemd?
„In januari 2013 bleek dat de crisis een religieuze dimensie kreeg. Toenmalig president Bozizé probeerde de moslims de schuld te geven van het geweld. Wij hebben toen gedrieën gezegd: Nee, wat nu gebeurt is de consequentie van jarenlang wanbeleid. De boodschap die we aan de mensen meegaven was: ten diepste is dit geen religieuze crisis. Het is er een zoals in 2003, toen president Bozizé door een coup aan de macht kwam, maar dan vele malen ernstiger. Deze crisis overtreft alle voorgaande.”
Terug naar de periode voordat het geweld losbarstte. Waren er toen aanwijzingen dat christenen vervolgd zouden worden in de Centraal-Afrikaanse Republiek?
„Totaal niet. Als tegen wie dan ook twee jaar geleden gezegd was dat er christenen vermoord gingen worden, zou niemand het geloofd hebben. De situatie is razendsnel veranderd.”
Hoe heeft uw geloof u geholpen om staande te blijven?
„Om dat uit te leggen moet ik terug naar december 2012. Net als ieder jaar trok ik me ook toen terug op een stille plaats, om me meditatief voor te bereiden op de periode die wachtte. Ik bad: „Heere, waarop moet ik me voorbereiden?” Vanuit Habakuk 2:4 kwamen de woorden naar me toe: „maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.”
Op dat moment besefte ik niet wat dat voor mij te zeggen had. Wat ik wel wist was dat Jezus Christus me opriep om mijn persoonlijke geloof te versterken. Hij heeft mijn geloof bevestigd toen de kerk omringd was door Sélékarebellen. Ik ervoer: Hij laat me niet in de steek. Het was werkelijkheid wat staat in Romeinen 8: „Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard?” Ik kon voor anderen een voorbeeld blijven, doordat Christus me kracht gaf. Ook daarover spreekt Romeinen 8, waar staat: „En wij weten, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn.””
Uw eigen kind begraven, vluchtelingen rond de kerk en geen zicht op verbetering. Hoe kunt u toch aan de toekomst denken?
„Omdat ik me geroepen voel om mensen in deze omstandigheden te leiden. Het sterven van mijn eigen dochter stimuleert me nog meer om te werken aan vrede. Het is een paradox: ik kan geen maand vooruitkijken en moet leidinggeven. Juist daardoor heb ik God meer dan ooit nodig. Daarmee ben ik ook een voorbeeld voor anderen. Ik kan zeggen: God liet me niet in de steek. Omdat voor wie in Christus is, alle dingen meewerken ten goede.”
Nicolas Guerekoyame-Gbangou
Ds. Nicolas Guerekoyame-Gbangou is predikant van de evangelicale gemeente Elim in Bangui, de hoofdstad van de Centraal-Afrikaanse Republiek. Samen met de rooms-katholieke bisschop van Bangui, Dieudonné Nzapalainga, en imam Omar Kobine Layama probeert hij conflicten tussen rivaliserende groepen in de Centraal-Afrikaanse Republiek te voorkomen. Ds. Guerekoyame-Gbangou vertegenwoordigt de kerken bij de overheid. Deze en vorige week bezocht hij Nederland, het Verenigd Koninkrijk en België om aandacht te vragen voor het geweld en christenvervolging. Tragisch genoeg overleed een van zijn dochters vorige week aan de gevolgen van het geweld in zijn land.
In Kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een bepaalde gebeurtenis of ontwikkeling in de breedte van het kerkelijk leven. Vandaag: Nicolas Guerekoyame-Gbangou, predikant uit de Centraal-Afrikaanse Republiek. Hij vraagt aandacht voor het geweld en de christenvervolging in zijn land.