Woordvoerder Sofyan Ibrahim Tiba zei dat de beweging tijd nodig heeft om zich te reorganiseren na de dood van haar militaire leider, Abdullah Safei, die vorige week sneuvelde bij een treffen met het Indonesische leger. Volgens de opstandelingen heeft het leger Safei weten op te sporen door middel van een microchip die verborgen was in een aan hem gestuurde uitnodiging voor vredesoverleg. Het Indonesische leger heeft in het verleden soms misbruik gemaakt van vredesinitiatieven. Zo werden vorig jaar zes onderhandelaars van de rebellen door de politie opgepakt toen zij in de hoofdstad Banda Aceh besprekingen bijwoonden.

Tiba zei dat het vredesoverleg moet worden uitgesteld totdat de Indonesische regering duidelijk heeft gemaakt of zij „vredesoverleg dan wel geweld” wil in Aceh.

Intussen heeft het hoofd van politie in Banda Aceh, Sayed Huseini, bekendgemaakt dat de politie zondag heeft voorkomen dat gewapende rebellen drie Nederlandse hulpverleners beroofden in West-Aceh. Huseini zei dat de rebellen de Nederlanders, medewerkers van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, enkele uren hadden vastgehouden op een afgelegen weg in West-Aceh. Toen de politie arriveerde kwam het tot een schotenwisseling, waarbij echter niemand gewond raakte.

De vredesbesprekingen zouden op 2 februari in Genève worden hervat. De regering heeft nog niet op de oproep van de rebellen gereageerd. Gouverneur Abdullah Puteh van Aceh, die in Jakarta was voor een ontmoeting met president Megawati Sukarnoputri, wilde geen commentaar geven. Hij zei dat Megawati in april naar Aceh wil gaan om er plaatselijke leiders te ontmoeten.

Vorige week zei minister van Buitenlandse Zaken Hasan Wirayuda dat de regering bij de onderhandelingen zou proberen de rebellen zo ver te krijgen dat zij zich tevredenstellen met recent aangenomen wetgeving die Aceh grotere autonomie en meer zeggenschap over zijn olie en gasvoorraden belooft.

De Beweging voor een Vrij Aceh (GAM) strijdt sinds 1976 voor afscheiding van Indonesië. Het Indonesische leger wordt ervan beschuldigd op grote schaal mensenrechten te hebben geschonden in de strijd tegen de rebellen, die zeker 10.000 mensen, voornamelijk burgers, het leven heeft gekost.