Vrijheid van godsdienst stevig verankerd in nieuwe grondwet Tunesië
APELDOORN. De Arabische lente mag op tal van plaatsen zijn verdreven door een winter van islamisme en wanorde, in Tunesië lijkt het verdraaid wel lente. President Moncef Marzouki, de vertrekkende premier Ali Larayedh en parlementsvoorzitter Ben Jaafar tekenden maandag een nieuwe grondwet met een opmerkelijk open karakter.
Ruim drie jaar na het begin van de revolutie stemde het Tunesische parlement zondag met overweldigende meerderheid voor een grondwet die al is omschreven als „een van de meeste liberale” in de Arabische wereld.
Het is inderdaad opmerkelijk dat de regels van het nieuwe Tunesië niet zijn gebaseerd op de islamitische wet, de sharia. De islam wordt in de grondwet weliswaar omschreven als de officiële religie van Tunesië, maar in één adem gaat het over universele vrijheden en rechten.
De vrijheid van godsdienst wordt in de nieuwe grondwet bovendien uitvoerig onderbouwd. Een belangrijke bepaling is dat ”tafkir”, het beschuldigen van afvalligheid van een moslim, voortaan strafbaar is. Moslims hebben grondwettelijk dus het recht zich tot het christendom te keren of ook tot het atheïsme.
Dit wetsartikel zorgde de afgelopen weken overigens voor felle debatten, waarbij islamitische fracties lijnrecht tegenover seculiere stonden. Ter compensatie aan de islamieten is er uiteindelijk ook een verbod opgenomen tegen „aanvallen op het heilige.” Die vage bepaling doet mensenrechtenorganisaties vrezen voor inperking van bijvoorbeeld artistieke vrijheden.
Het ontbreken van de sharia en de garantie van vrijheid van godsdienst zijn intussen hoogst opmerkelijk in een land waarvan nagenoeg de hele bevolking zich tot de islam rekent. In Egypte, waar ongeveer een tiende deel van de bevolking tot het christendom behoort, is de optie om de sharia weg te laten niet eens overwogen. Bijzonder is ook dat de islamitische Ennahdapartij bereid was haar leidende positie in de regering op te geven om zo de onderhandelingen over de grondwet vlot te trekken.
De grondwet is er niet zonder slag of stoot gekomen. Vorig jaar leek ook Tunesië even meegezogen te worden in de negatieve spiraal die de overige landen van de Arabische revolutie kenmerkt. Kort na elkaar werden twee vooraanstaande politieke figuren uit de oppositie vermoord, wat de tegenstellingen vlijmscherp maakte.
De conceptgrondwet had eigenlijk al een jaar geleden gepresenteerd moeten worden, maar liep forse vertraging op door de grote onenigheid. Er is sindsdien net zo lang aan de tekst gesleuteld totdat er consensus was bereikt.
Het lijkt erop dat de crisis in Egypte rond de moslimbroederschap Ennahda ertoe heeft gebracht om belangrijke concessies te doen. „De enigen die beter zijn geworden van de gebeurtenissen in Egypte zijn de Tunesiërs”, zei een burgerrechtenactiviste maandag dan ook.