Hele week aandacht voor vergeten kinderen
DEN HAAG (ANP). Een jongetje dat door zijn vader van het balkon is gegooid, kinderen die hun vader hun moeder zagen mishandelen, kinderen die zelf misbruikt zijn. In Nederland verblijven 32.000 kinderen in opvangcentra. Tijdens de Week van het Vergeten Kind wil de organisatie Het Vergeten Kind aandacht vragen voor deze kinderen. „Want ze kunnen niet voor zichzelf opkomen”, zei directeur Daphne Schreuder maandag.
„Het zijn kinderen die misbruikt, mishandeld, verwaarloosd, verstoten, gevlucht zijn. Ik ontmoette een misbruikt meisje van drie dat net een operatie aan haar vagina had ondergaan. Een kind van 4 met sigarettenafdrukken op zijn lijfje”, vertelt Schreuder. Voor hen doen we dit.
Het Vergeten Kind, voorheen de Guusje Nederhorst Foundation, probeert het leven van kinderen die in opvangcentra leven wat aangenamer te maken, bijvoorbeeld door de opvanglocatie op te knappen. „Dat zijn nu vaak sobere locaties met minimale speelvoorzieningen. Daar maken we Tovertuinen voor kinderen. De Tovertuin, waar de animatiefiguren Woezel en Pip in wonen, is een fijne, vrolijke, veilige wereld. Die gunnen we ook aan deze kwetsbare kinderen. Een fijne plek waar ze zich welkom en veilig kunnen voelen en waar ze kunnen spelen, bewegen en ontspannen.”
Woensdag, de eerste dag van de Week van het Vergeten Kind, wordt het Plein in Den Haag, vlak bij de Tweede Kamer, versierd met duizenden wensvlaggetjes. Daarop hebben 18.000 kinderen hun wensen opgeschreven voor leeftijdsgenootjes in opvanglocaties. Doel is om aan het einde van de week 32.000 ondertekende wensvlaggen te hebben verzameld, net zoveel als het aantal kinderen in opvangcentra.
De week wordt afgesloten met een feest voor 1500 kinderen op vier locaties, waarvan er 3 geheim blijven, omdat een groot deel van de kinderen op zogenaamde code rood-locaties wonen. Dat wil zeggen dat niet bekend mag worden waar ze wonen, omdat ze dan opgespoord kunnen worden door iemand die het niet goed voorheeft met hen of bijvoorbeeld hun moeder.