De Amerikaanse justitie heeft ruim 300 Zwitserse banken tot 31 december 2013 gegeven om aan te geven of zij samen willen werken met de VS om op deze manier mogelijke vervolging te ontlopen. Als de instellingen het vermoeden hebben dat hun Amerikaanse klanten belasting ontduiken, kunnen zij hun gegevens en financiële geschiedenis overdragen aan de VS.

De regeling geldt veelal voor kleinere banken. 14 instellingen, waaronder grotere banken als Credit Suisse, Julius Bär en Pictet, worden al door het Amerikaanse ministerie van Justitie onderzocht en kunnen niet rekenen op een amnestie als zij meewerken.

Voor de kleinere banken geldt dat zij niet alleen gegevens over hun klanten moeten verstrekken, maar ook een deel van het betroffen geld moeten afstaan. Voor rekeningen die geopend werden voor 2008 en niet aan de autoriteiten werden gemeld, moet 20 procent van de waarde worden afgestaan. Voor rekeningen die in 2008 ontstonden is dat 30 procent en van het geld dat na februari 2009 is gestort, moet 50 procent worden overgeboekt naar de Amerikaanse justitie.

Overigens biedt ook een samenwerking met de autoriteiten nog geen garantie dat er geen strafvervolging wordt ingesteld. Dat is onder meer afhankelijk van de omvang van de fraude die in samenwerking met een bank wordt gepleegd en van de mate waarin banken Amerikaanse cliënten actief aantrokken.