Habila Aduma overleefde aanslag in Nigeria
In Nederland kennen we hem inmiddels, Habila Adamu. Hij sprak vorig jaar op vier door de SDOK (Stichting De Ondergrondse Kerk) belegde avonden. Habila zou voor ons zomaar –als ds. Richard Wurmbrand in de vorige eeuw– het gezicht van de vervolgde kerk in Nigeria kunnen worden.
Zonder ontroering beluister je niet wat hem overkwam, die dag dat de moslimextremisten van Boko Haram zijn huis binnenvielen. Habila moest de islam verkiezen boven het christelijk geloof, moest Allah aanvaarden en Jezus verloochenen. Dat kon hij niet. Als dood bleef hij negen uur in zijn eigen bloed liggen, nadat een kogel door zijn neus ging. Zijn levensverhaal is te vinden op de website van SDOK.
Genezing
Veertien maanden na de aanslag op zijn leven weet Habila waarom hij aan zijn gezin is teruggegeven. Als we hem in zijn huidige woonplaats Jos bezoeken, zegt hij: „Ik overleefde om Gods wonderen te kunnen vertellen. De artsen zijn verbaasd over mijn genezing, over het verdwijnen van de pijn in mijn gezicht. Onlangs sprak ik in een stad waar veel extremisten wonen over Wie God is, waarna velen Zijn Naam wilden belijden.”
Omdat hijzelf „als een veroordeelde misdadiger” van die liefde moet leven, herinnert hij zich de aanslag op zijn leven niet als een nachtmerrie. „De liefde van Christus leerde me vergeven, het is die liefde die vrede geeft.” Een andere optie dan vergeven is er voor Nigeriaanse christenen niet. Vivian, Habila’s vrouw, drukt zich sterk uit: „Een christen die terugslaat, is een naamchristen.”
Na zijn bezoek aan Nederland was Habila in 2013 ook gast van het Amerikaanse Congres. „Nadat ik over de aanslag op mijn leven vertelde, begon de voorzitter te huilen. Er moest een pauze ingelast worden, zodat de leden van het Congres op adem konden komen.” De Nigeriaan verhaalt het zonder op iets van eigen succes te zinspelen. „Ik zag tegen het bezoek aan de VS op en bad: „Heere, spreekt Ú.” Zoals Hij me beloofde toen ik naar Nederland kwam: „Ik zal voor je spreken.”” Kort na de rede tot het Congres verklaarden de Verenigde Staten de Boko Haramsekte tot een terroristische organisatie. „Ja, ik denk dat mijn leven daar een bijdrage aan mocht leveren. De Heere werkt!”
Overgave
Onlangs ontmoette Habila de weduwe van iemand die wel stierf toen de extremisten in zijn huis en de naburige woningen tekeergingen. In zijn woordkeus zijn evenwel geen vragen ten opzichte van Gods beleid hoorbaar, laat staan opstand. Er is wel overgave. „God gaat met ieder van ons Zijn eigen weg. Het verschil wordt gemaakt als we weten dat ons leven Christus is, dat wij niet meer leven maar dat Hij in ons leeft.”
Voor de kerk in Nederland is Habila een levend bewijs van de belofte dat de poorten van de hel Gods gemeente niet overweldigen zullen. Omgekeerd leerde de Nigeriaan ook van het bezoek aan ons land. „Ik zag dat de vrouw hier een helper is. In mijn land beschouwen we haar veel meer als slaaf.”
Zijn visie strookt met wat we van anderen horen over uit angst voor de dood vluchten voor moslimextremisten. „Nee, we moeten in het noorden blijven, ook als we gevaar lopen. Wie kan daar anders vertellen over het licht van Jezus? Zei God immers niet tegen Abraham dat Hij vanwege de aanwezigheid van tien rechtvaardigen de stad zou sparen?”
Bezoek aan Nigeria
Drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, verbleef samen met bestuurslid ds. A. Th. van Olst en medewerker Richard Groenenboom van de Stichting De Ondergrondse Kerk in Nigeria, voor ontmoetingen met christenen. Dit is het vierde en laatste verslag van zijn hand.
Zie ook:
Nigeriaan weigert bekering tot islam: Ik blijf christen, al wordt het mijn dood