Een team van de VN deed afgelopen week onderzoek naar het incident in het dorpje Du Char Yar Tan, in het noorden van de deelstaat Rakhine. Regeringstroepen omsingelden het dorp op 14 januari na berichten dat islamitische inwoners een politieofficier hadden ontvoerd. De militairen en agenten zouden geen vinger hebben uitgestoken toen een boeddhistische menigte arriveerde om wraak te nemen.

De moslims behoren tot de Rohingya, een islamitische bevolkingsgroep die oorspronkelijk uit Bangladesh komt maar al generaties in Myanmar woont. Myanmar ziet de Rohingya’s echter nog steeds als illegale vreemdelingen en de overwegend boeddhistische bevolking heeft geweld tegen de Rohingya de afgelopen jaren niet geschuwd. Bij gevechten zijn het afgelopen jaar enkele honderden Rohingya’s omgekomen. Zo’n tachtig procent van de Rohingya’s woont in het noorden van Rakhine.

Het onderzoeksrapport van de VN wordt onderschreven door mensenrechtenorganisatie Fortify Rights, die donderdag ook melding maakte van de slachting. De organisatie interviewde net als het VN-team ooggetuigen en mensen in de regio.

De regering van Myanmar heeft de verhalen over een slachting in het dorp meermaals ontkend en spreekt van ‘valselijk nieuws in buitenlandse media over de dood van vrouwen en kinderen’.

Hoewel het VN-rapport over tientallen doden spreekt zijn er maar weinig lichamen gevonden. De bronnen zeiden dat de meeste lichamen waarschijnlijk zijn weggehaald door de autoriteiten.

Journalisten zijn niet welkom in Rakhine en zelfs hulpverleners kunnen maar moeilijk toegang krijgen. Directeur Matthew Smith van Fortify Rights roept de regering van Myanmar op open kaart te spelen en journalisten, activisten en hulpverleners toe te laten in Du Char Yar Tan.