„Arbeiders EU-lidstaten per provincie toelaten”
Nederland moet zijn grenzen niet sluiten voor werknemers uit de nieuwe lidstaten van de Europese Unie. In een aantal provincies blijft de vraag naar vakmensen hoog. Daarom moeten deze werknemers per provincie kunnen worden toegelaten. Dat heeft de Rabobank donderdag gezegd.
De Rabobank trekt deze conclusie uit een onderzoek dat de bank heeft gedaan naar de verschillende regio’s van de oude en de nieuwe lidstaten van de Europese Unie. Er kleven wel nadelen aan het toelaten per provincie van werknemers uit de nieuwe lidstaten. „Het is administratief lastig en handhaving kan een probleem zijn”, zegt Rabobank-econoom S. Bulterman.
Door de stijgende werkloosheid groeit de angst dat werknemers uit de nieuwe lidstaten kansarmen gaan verdringen op de arbeidsmarkt. Op 1 mei komen Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Estland, Letland, Litouwen, Slovenië, Malta en Cyprus waarschijnlijk bij de Europese Unie.
Een meerderheid van de Tweede Kamer wil de werknemers ten minste twee jaar weren. Andere EU-landen, waaronder Duitsland en Oostenrijk, hebben in Brussel al uitstel bedongen.
„Het gevaar wordt overdreven, de potentiële aantallen vinden wij niet bedreigend”, aldus P. van de Ven, hoofd economisch onderzoek bij de Rabobank. De instroom van werknemers uit het voormalige Oostblok zal volgens hem meevallen omdat mensen het liefst dicht bij huis werken.
„Ze kijken eerst naar stedelijke regio’s met een lage werkloosheid in hun eigen land”, zegt econoom Bulterman. En die regio’s zijn ook in de nieuwe lidstaten voorhanden. Zo is de werkloosheid rond Praag en in twee regio’s in Hongarije rond de 4 procent. Dat is lager dan de 5,5 procent in Nederland.
De ambassade van Tsjechië deelt de mening van de Rabobank. „De zorgen van een grote toestroom van Tsjechische arbeiders na de uitbreiding van de EU naar huidige lidstaten, inclusief Nederland, zijn niet relevant en niet gerechtvaardigd.” De werknemers blijven het liefst in eigen land, aldus de ambassade.