Ds. F. Mulder (Rhenen) verwoordde daarbij wel zijn zorg over de toekomst. „De overheid wil steeds meer grip krijgen op de kerk in Nederland en stelt steeds meer eisen bij de ANBI-status. De kerk wordt in toenemende mate gezien als een algemene maatschappelijke instelling, zoals het Rode Kruis en de Hartstichting”, aldus de voorzitter van het deputaatschap DKD (kerkelijke dienstverlening). Meerdere afgevaardigden onderschreven die bezorgdheid.

Ds. W. Visscher (Amersfoort) zei dat, zolang de overheid geen eisen aan de kerk stelt die strijdig zijn met Gods Woord, de kerk de overheid moet volgen. „Laten we terughoudend zijn met al te veel bespiegelingen over de toekomst. Er zijn op dit moment geen Bijbelse redenen waarom wij zouden moeten afzien van de ANBI-status.”

Synodepreses ds. J. J. van Eckeveld (Zeist) vatte het gesprek hierover samen: „Het Woord van God is ons heilig. Zodra de overheid ons hier beperkingen oplegt, is het voor ons de tijd om ons van deze regeling terug te trekken.”

De overheid wil, bij gebruikmaking van de ANBI-regeling, inzage in de kerkelijke gegevens via een website van de kerk. Eén centrale website voldoet, de afzonderlijke gemeenten hoeven geen eigen website te openen. Ds. G. J. van Aalst (Klaaswaal) vroeg aandacht voor die gemeenten die moeite hebben met het gebruik van een website.

De afgevaardigden luisterden woensdagmorgen naar de voorlezing van een brief van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS). De vorige synodezitting, in september 2013, had de vergadering aan de GBS gevraagd voortgang te maken met het vervangen van verouderde woorden in de Statenvertaling. De GBS stelt nu daar intensief mee bezig te zijn. „Mede door uw verzoek is de vergaderfrequentie van de tekstcommissie opgevoerd.”

De Bijbelstichting geeft aan dat ook het ”taalkleed” van de Statenvertaling aandacht verdient. „Dat vraagt meer tijd dan het alleen bezien van de woordenlijst”, aldus de brief. Zowel de GBS als de synode spraken de bereidheid uit om over dit project met elkaar in contact te blijven.