Crisisoverleg Oekraïne na dodelijk geweld (met fotoserie en video’s)
KIEV. De Oekraïense president Viktor Janoekovitsj praat woensdag met de drie belangrijke oppositieleiders over de crisis die tot gewelddadige botsingen heeft geleid tussen politie en betogers. Een van de leiders, Arseni Jatsenjoek, heeft dat woensdag bekendgemaakt.
Tijdens betogingen zijn woensdag twee mensen doodgeschoten. Een derde slachtoffer werd volgens betogers door de politie opgejaagd, waarna de man een val van een hoogte van 13 meter maakte en overleed.
Het Onafhankelijkheidsplein in Kiev is al dagen het toneel van soms gewelddadig protest tegen het bewind van de pro-Russische president Janoekovitsj. De oppositieleider en bokskampioen Vitali Klitsjko, die meer toenadering tot de EU bepleit, heeft de actievoerders tot kalmte gemaand en gezegd dat ze zich niet door de autoriteiten moeten laten provoceren.
Bloedbad
De Oekraïense vereniging van wapenbezitters waarschuwt intussen voor een bloedbad. Volgens een woordvoerder van de organisatie circuleren alleen in Kiev ongeveer 400.000 wapens bij mensen die daar een vergunning voor hebben.
„Ik waarschuw de veiligheidstroepen voor het gebruik van wapens tegen het eigen volk. Het is duidelijk dat we na het eerste schot niet meer terug kunnen”, aldus de voorzitter van de vereniging. Wapenexperts vrezen voor het gevaar van een burgeroorlog in Oekraïne.
EU
De Europese Unie overweegt mogelijke stappen tegen Oekraïne na de dood van de actievoerders. Dat zei de voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barroso, woensdag. Hij zei geschokt te zijn over de berichten van het geweld in de Oekraïense hoofdstad Kiev. Hij riep beide partijen op om geweld af te zweren. In het bijzonder maande Barroso de Oekraïense autoriteiten om er voor te zorgen dat het geweld niet verder escaleert en om de dialoog aan te gaan met de oppositiepartijen om een oplossing voor de situatie te vinden.
„Wij blijven de situatie nauw volgen, en ook onderzoeken we mogelijke stappen door de EU en kijken we naar de gevolgen voor onze relatie met het land”, aldus Barroso.