Volgens advocaat-generaal W. Groos is V. schuldig aan de moord op de Amsterdammer E. Dahhouch.

V. zou de man op 30 april vorig jaar hebben doodgeschoten in het Hoornse café De Volendammer. Eerder werd hij door de rechtbank in Alkmaar veroordeeld tot tien jaar celstraf wegens doodslag.

Groos acht moord bewezen, hoewel V. ontkent ook maar iets met de schietpartij te maken te hebben. Technisch bewijs in deze zaak ontbreekt; er is geen wapen gevonden, net zo min als kruit- en andere sporen. Ook een motief ontbreekt. De advocaat van V., A. Moszkowicz, pleitte dan ook voor vrijspraak. Het OM baseert zich volgens de advocaat enkel op verklaringen van getuigen. Deze zouden door de politie zijn misleid en onder druk zijn gezet bij het afleggen van die verklaringen, aldus Moszkowicz. Het hof kan volgens hem hierdoor geen oordeel vellen over de rechtmatigheid waarmee de bewijsgaring van de bewijslast is verkregen.

De schietpartij speelde zich af in een vol café op de avond van Koninginnedag. V., geen onbekende van de politie en in Hoorn ook bekend, was tijdens het incident ook in De Volendammer aanwezig en vluchtte direct daarna naar buiten. Dahhouch bleek van dichtbij door zijn hoofd te zijn geschoten. Hij overleed acht dagen later. Tijdens het onderzoek durfde niemand bij de politie een belastende verklaring af te leggen uit angst voor represailles.