Economie

Geld uit de muur halen is op z’n retour

Geld uit de muur halen kan de laatste jaren op steeds minder plaatsen. Sinds 2008 is het aantal flappentappen sterk teruggelopen. Vooral gehandicapten en mensen zonder internet zijn minder te spreken over de bereikbaarheid van bankkantoren en geld­automaten.

John Hermse
21 January 2014 18:15Gewijzigd op 15 November 2020 08:20
Foto ANP
Foto ANP

Minister van Financiën Dijsselbloem stuurde eind vorig jaar de resultaten van een driejaarlijks onderzoek naar de Tweede Kamer die inzicht verschaffen in hoe het is gesteld met de bereikbaarheid van betaaldiensten in Nederland. De cijfers uit het rapport spreken duidelijke taal: contant geld pinnen is op zijn retour. In 2008 bereikte het aantal geldautomaten zijn hoogtepunt. Er kon toen op 8654 punten geld gehaald worden. Sindsdien liep dat aantal flink terug. Vorig jaar waren het er nog 7615.

Wat zijn de oorzaken van die afname? Mensen lopen steeds minder met contant geld op zak. Internetbankieren en pinnen in winkels hebben een hoge vlucht genomen. Dat is af te lezen uit de sterke groei van het aantal betaalautomaten: in 2007 waren er 223.981 betaalautomaten, halverwege vorig jaar konden klanten op 265.403 plekken met hun pasje afrekenen. Dat betekent een toename van ruim 18 procent.

Speciale aandacht

Het is dus niet zo vreemd dat bankfilialen sluiten en geld­automaten verdwijnen. Maar het bereikbaarheidsonderzoek van vorig jaar stelt ook vast dat vooral kwetsbare groepen deze ontwikkelingen met lede ogen aanzien. Mensen zonder internet en gehandicapten waren in 2013, evenals ouderen, aanwijsbaar minder tevreden met de bereikbaarheid van een geldautomaat. Dat zou weleens kunnen liggen aan de daling van het aantal bankkantoren en geldautomaten, concluderen de onderzoekers voorzichtig. Deze kwetsbare groepen hebben speciale aandacht nodig, valt er in het rapport te lezen.

Ouderenbond

Ouderenbond ANBO houdt zeker de vinger aan de pols. Leden kunnen klachten melden, waarna de bond die bij de banken neerlegt, zegt een woordvoerster. Dat er op steeds minder plaatsen geld uit de muur gehaald kan worden, hoeft op zich geen probleem te zijn, meent de ANBO, zolang er maar genoeg andere plaatsen zijn waar mensen contant geld kunnen opnemen. „Het mag niet zo zijn dat mensen zonder geld komen te zitten.”

Als een bank van plan is de enige pinautomaat in een dorp weg te halen, moet die bank eerst kijken of er een mobiele geldautomaat in een supermarkt staat. Of dat de mogelijkheid bestaat om in winkels extra geld op te nemen als klanten hun boodschappen met hun pinpasje betalen.

Volgens het driejaarlijkse bereikbaarheidsonderzoek vermindert de aanwezige hoeveelheid pin­automaten weliswaar, maar is er wat betreft de spreiding over het land sprake van slechts een kleine verslechtering: bijna alle Nederlanders wonen nog steeds binnen 5 kilometer van een bank of een geldautomaat. Maar hetzelfde rapport maakt ook duidelijk dat voor iemand die slecht ter been is of niet goed kan zien, de ene pinautomaat de andere niet is.

Logische plekken

Die automaten moeten zitten op plaatsen waar mensen zonder al te veel problemen kunnen komen. Vooral gehandicapten geven aan dat ze in 2013 meer moeite hadden met het overbruggen van de afstand tot het eigen bankkantoor, waar meestal een pinautomaat aanwezig is.

Daarom benadrukt Ieder(in), de organisatie van chronisch zieken en mensen met een beperking, dat het er ook om gaat waar geldautomaten precies te vinden zijn. „Dat het aantal bankkantoren afneemt, kunnen we niet tegenhouden”, zegt Ingeborg van der Pijl, die zich bij Ieder(in) bezighoudt met dit thema. „Maar zorg er dan wel voor dat de geldautomaten die overblijven, op logische plekken zitten waar mensen toch al moeten zijn, bij de supermarkt bijvoorbeeld.” En als er een geldautomaat verdwijnt, moeten mensen met een beperking er wel op kunnen rekenen dat de automaat waar ze dan heen moeten, gemakkelijk te bereiken is.

Winkels

Ook pinnen in de winkel valt nog niet altijd mee. Mensen in een rolstoel kunnen vaak niet bij de toonbank. Slechtzienden en mensen met handen die het niet meer goed doen, hebben moeite met de kleine toetsjes. Daarom zouden winkels er goed aan doen pinnen eenvoudiger te maken, vindt Van der Pijl.


Eerste automaat

In 1939 installeerde City Bank of New York een apparaat voor mechanische uitgifte van bankbiljetten. De klanten maakten er echter geen gebruik van en het verdween weer snel.

Er volgde een lange pauze in de ontwikkelingen op dit terrein. Tot 1967: toen beschikte Barclays Bank als eerste, bij een vestiging in Londen, over een elektronische geldautomaat.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer