Iraanse olietankers kunnen weer gaan varen
Ergens maandag is in Brussel een bericht gearriveerd dat een internationale diplomatieke machine in gang heeft gezet. De onlangs bereikte deal over het Iraanse atoomprogramma is van kracht.
De gevolgen zullen over de hele wereld merkbaar zijn: miljarden dollars die nu vaststaan op bankrekeningen komen vrij, bedrijven krijgen nieuwe handelsmogelijkheden en olietankers kiezen weer het ruime sop.
Vandaag moesten inspecteurs van het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) uitsluitsel geven over de vraag of Iran zich houdt aan de afspraken die zijn gemaakt met de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en Duitsland over het Iraanse atoomprogramma. Een van die afspraken is dat Iran het verrijken van uranium inperkt. Als de IAEA-inspecteurs tevreden zijn, zijn de lidstaten van de Europese Unie bereid de sancties tegen de Islamitische Republiek te versoepelen.
De ministers van Buitenlandse Zaken van Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk en de overige lidstaten zijn vandaag in Brussel bijeen voor een periodiek overleg. Het plan was dat binnen een halfuur na ontvangst van positief bericht van de IAEA-inspecteurs aan hun bazen in Wenen, de Europese ministers unaniem instemmen met de nodige wijzigingen in de Europese regelgeving. Hun beslissing werd vervolgens direct doorgegeven aan het kantoor van de EU in Luxemburg.
In het atoomakkoord, dat onder bemiddeling van EU-buitenlandchef Catherine Ashton tot stand kwam, is vastgelegd dat Iran geleidelijk de beschikking krijgt over de 3,6 miljard dollar die het land ontvangen heeft voor de verkoop van olie aan China, India, Japan, Turkije, Taiwan en Zuid-Korea. Het geld staat vast op bankrekeningen in die landen en kan er niet af worden gehaald in verband met de sancties die de Amerikanen hebben ingesteld.
Zodra het akkoord in werking treedt kunnen Iraanse ambtenaren naar Japan of India vliegen en „koffers vol geld” mee naar huis nemen, aldus een anonieme EU-functionaris. Als het geld echter via Europese banken loopt met als eindbestemming de Iraanse Centrale Bank of enkele andere Iraanse financiële instellingen die verdacht worden van het financieren van terrorisme of het atoomprogramma, wordt het geld weer geblokkeerd.
Met het versoepelen van de sancties wordt het tevens eenvoudiger om geld naar Iran over te maken. Het maximumbedrag voor overschrijvingen wordt vertienvoudigd en het verbod op transacties in goud of andere edelmetalen wordt tijdelijk opgeschort.
Uiteindelijk worden er nog eens 600 miljoen oliedollars vrijgemaakt. Die zijn bestemd voor de opleiding van jonge Iraniërs, die veelal aan Amerikaanse scholen en universiteiten studeren.
De scheepvaart krijgt er ook werk bij zodra de sancties versoepeld worden. Europese bedrijven kunnen weer tankers naar Iran sturen om ruwe olie te vervoeren naar onder andere China en Turkije. Bovendien kunnen deze ladingen weer verzekerd worden, wat voorheen niet mogelijk was.
Voor de Europese petrochemische sector zijn de handelsmogelijkheden enorm: zij kunnen tot 20 juli –als het tijdelijke akkoord afloopt– weer Iraanse petrochemische producten inkopen en verhandelen aan de Europese lidstaten. Die markt alleen al is op jaarbasis zo’n 300 miljoen euro waard, zo schat de EU.
Jos Douma, de Nederlandse ambassadeur in Iran, schreef afgelopen donderdag op Twitter dat hij afgelopen week in Nederland was om bedrijven te helpen die interesse hebben in zakendoen met Iran.
In de Verenigde Staten heeft president Obama te maken met politici die helemaal niet willen dat de sancties worden versoepeld. Zij pleiten juist voor verzwaring van de strafmaatregelen, om er zo voor te zorgen dat Iran zich aan zijn woord houdt. Bijna zestig senatoren hebben een wetsvoorstel ingediend voor zwaardere sancties. Die voeren de druk op de regering in Teheran op en moeten ertoe leiden dat Iran het gehele atoomprogramma stopzet en niet slechts inperkt. Het Huis van Afgevaardigden heeft er blijk van gegeven groot voorstander te zijn van meer sancties.
Wendy Sherman, plaatsvervangend minister van Buitenlandse Zaken, bracht de leden van het Amerikaanse Congres eind vorige week op de hoogte van de stand van zaken. „Wij blijven van mening dat het niet het juiste moment is noch zinvol is en zelfs ronduit verwoestend voor het vredesproces om nieuwe regelgeving (sancties, red.) in te stellen”, aldus een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Veel Republikeinen lieten echter weten niet onder de indruk te zijn van de argumenten tegen nieuwe sancties. „Het eindspel dat nu overwogen wordt komt niet eens in de buurt van wat ik een eindspel zou willen noemen”, zei de Republikein Lindsey Graham na de bijeenkomst. „Het hoogverrijkt uranium kan gewoon achterblijven in Iran.” Graham vreest dat de internationale steun voor strafmaatregelen tegen de Islamitische Republiek scheurtjes begint te vertonen. „Het aantal landen dat delegaties naar Iran stuurt om te informeren naar de handelsmogelijkheden groeit met de dag. Het is duidelijk: de sancties beginnen af te brokkelen.”