Mozes & Aäronkerk Amsterdam was „echte actiekerk”
Financiële zorgen waren er al veel langer. Vorige week moest de Stichting Mozeshuis echter bekendmaken dat het doek definitief was gevallen. Op 2 maart sluit het Mozeshuis in Amsterdam zijn deuren. Met alle gevolgen van dien, ook voor de aanpalende Mozes & Aäronkerk.
De karakteristieke twee torens, de klassieke zuilen, het timpaan – onmiskenbaar behoort de Mozes & Aäronkerk tot de beeldbepalende gebouwen rond het Waterlooplein. Evenals de grote Portugese synagoge, de Esnoga, op een steenworp afstand.
„Mensen denken nogal eens dat we bij elkaar horen”, zegt Monica Neomagus, programmamaker bij het Mozeshuis. „Is dit een Joodse kerk?” vragen ze dan. Komt denk ik ook door de naam, Mozes en Aäron. Of omdat de kerk in de vroegere Joodse buurt staat: hierachter loopt de Jodenbreestraat.”
De Mozes & Aäronkerk is echter een rooms-katholieke kerk, oorspronkelijk zelfs een schuilkerk. Neomagus geeft een gids mee, waarin de geschiedenis van het gebouw is beschreven. Maar eigenlijk blijkt die ook al op de voorgevel te staan – in het Latijn dan: „Wat eeuwenlang onder het teken van Mozes en Aäron stond, is nu vernieuwd en als een nog roemrijker tempel de Verlosser toegewijd.” De tekst verwijst naar het huidige kerkgebouw, dat in de 19e eeuw over de 17e-eeuwse schuilkerk heen werd gebouwd, leert de gids. Het kreeg –officieel– de naam Sint-Antonius van Paduakerk. De gevelbeeldjes van „Moyses” en „Aaron” sieren nog altijd de achtergevel van het complex, aan de Jodenbreestraat.
De Stichting Mozeshuis en de Mozes & Aäronkerk zijn niet hetzelfde. Toch hebben ze alles met elkaar te maken, aldus Neomagus. „De kerk is eigendom van het bisdom Haarlem-Amsterdam. Maar de stichting was de enige huurder.” Het imposante gebouw, met het prachtige Adema/Philbertorgel à la Cavaillé-Coll uit 1871/1887, is al sinds eind jaren tachtig niet meer als bedehuis in gebruik. „Op het laatst zaten hier zondags nog tien mensen.”
Het Mozeshuis, links naast de kerk, kwam er in 1969 op initiatief van de orde van franciscanen. Door de jaren heen ontplooide de Stichting Mozeshuis, met inkomsten uit verhuur, fondsen en subsidies, tal van activiteiten. „Om het samen te vatten”, zegt de programmamaker, „wat hier gebeurde, was geëngageerd, interreligieus, gericht op dialoog, verbinding. Half Nederland trad hier op als spreker. Mooie tijden.” Zelf is ze al bijna zestien jaar in dienst van de stichting. „Twee collega’s al bijna dertig jaar.”
De Mozes & Aäron was, zeker in de beginjaren van de stichting, echt een actiekerk, geeft ze aan. „Begin jaren 80 zat deze kerk vol Marokkaanse ongedocumenteerden. Later had je de acties tegen de apartheid in Zuid-Afrika, en werd er aandacht gevraagd voor de aidsproblematiek – waarover je toen voor het eerst hoorde. En sinds een paar jaar zijn we bezig met de Compassiecampagne, naar aanleiding van het Handvest voor Compassie van Karen Armstrong. Die gaat straks trouwens zeker door, in een nieuwe vorm.” Had het bisdom nooit eens moeite met de keuzes van de Stichting Mozeshuis? „Dat is mij niet bekend. Het verliep in goede harmonie.”
Twee jaar geleden kocht de stichting het Mozeshuis van de franciscanen. Diezelfde franciscanen waren nu bereid het weer terug te kopen. Daarmee kon een faillissement worden voorkomen.
Wat er met het pand én de kerk gaat gebeuren, is nog niet bekend. „Dat is aan de franciscanen en het bisdom.” Ietwat droevig stemt de gang van zaken Neomagus wel. „Het is voorbij. Nu moet iedereen verder. Ik hoop op een mooie nieuwe toekomst voor de kerk.”
<a href=“http://133320#www.amsterdamtoer.nl/#133320” rel=“external”>Amsterdamtoer.nl/ om de kerk vanbinnen te bekijken.
Mozes & Aäronkerk Amsterdam
De Mozes & Aäronkerk aan het Waterlooplein dankt haar naam aan het ”huis Mozes”, een pand met een gevelbeeldje van Mozes. In 1641 kochten Amsterdamse franciscanen het huis om er een rooms-katholiek schuilkerkje in onder te brengen. Een kleine veertig jaar later werden het ”huis Aäron” –met een gevelbeeldje van Aäron– en andere panden erbij getrokken, zo blijkt uit de gids waarin de geschiedenis „van schuilkerk tot zuilkerk” wordt beschreven. Het kerkgebouw in zijn huidige vorm dateert uit 1841, toch nog meer dan veertig jaar nadat rooms-katholieken het recht hadden gekregen om eigen bedehuizen te bouwen (1796). Ontwerper was de Vlaamse architect Tilleman François Suys, hofarchitect van koning Willem I. Niet ten onrechte werd de kerk ook wel de „tempel van Suys” genoemd.
Zie ook:
Mozes en Aaronkerk sluit deuren door geldgebrek