Tobbende Kamervoorzitter? Het begin verklaart het einde
Veel horen we er niet over, de ‘functioneringsgesprekken’ die diverse fractievoorzitters de achterliggende dagen met mevrouw Van Miltenburg, de geplaagde Kamervoorzitter, hadden. En zo hoort het ook. Informatie uit een beoordelingsgesprek mag nooit op straat komen te liggen.
Ondertussen blijft het een spannende vraag hoe het nu verder moet. Slaagt de VVD-politica er de komende tijd in de schade beperkt te houden en haar gezag enigszins terug te winnen? Of gaan we het voor het eerste meemaken dat een Kamervoorzitter voortijdig het veld moet ruimen?
Nee, dat is geen rellerige speculatie over ”poppetjes” terwijl het in de politiek over de inhoud zou moeten gaan. Soms zíjn personen nu eenmaal belangrijk. De kwaliteit van het Haagse debat hangt immers voor een flink deel af van de kwaliteiten van één persoon, te weten de voorzitter.
Een Kamervoorzitter moet een ervaren parlementariër zijn die het reglement van orde op zijn duimpje kent. Hij moet over uitstekende communicatieve vaardigheden beschikken en ad rem kunnen reageren. Door dat alles moet hij bij de overige volksvertegenwoordigers een haast vanzelfsprekend gezag hebben.
Hier ergens is het met Van Miltenburg misgegaan. Nee, haar probleem ligt niet bij die 90 procent van haar werk waarin zij grotendeels op routine kan draaien. Waar het fout gaat is bij de resterende 10 procent die om improvisatievermogen, souplesse, en overtuigingskracht vraagt.
Dat cruciale deel van haar werk kreeg Van Miltenburg maar niet onder de knie, met het inmiddels bekende gevolg: veel procedureel gesteggel, een zich steeds krampachtiger aan de regeltjes vastklampende voorzitter, en een Kamer die alle geduld verloor. Met als dieptepunt een zeer beschadigend artikel in de Volkskrant, half december vorig jaar, waarin fractievoorzitters anoniem kritiek spuiden.
Blijft de vraag hoe het nu toch zover heeft kunnen komen dat iemand die ”het” blijkbaar onvoldoende in zich heeft, toch op deze plek terechtkwam. Het artikel uit de Volkskrant geeft daarop een deel van het antwoord.
Van Miltenburg werd, aldus dit artikel, geen Kamervoorzitter omdat ze zo populair was of omdat collega’s haar capaciteiten zo hoog inschatten, maar vooral omdat toenmalig VVD-fractievoorzitter Blok het zo graag wilde. Hij drukte, tegen de wil van een flink aantal VVD-Kamerleden in, haar kandidatuur door. Dat tien liberale volksvertegenwoordigers in die tijd op de werkplek van Kamerlid Van Nieuwenhuizen bijeenkwamen om over deze situatie overleg te plegen, en overwogen of zij misschien Noord-Koreaanse vlaggetjes zouden bestellen om die op de beslissende fractievergadering demonstratief op tafel te zetten, mocht niet baten. Van Miltenburg moest en zou beloond worden voor haar vicefractievoorzitterschap achter Blok.
Zo verklaart het begin enigermate het einde.
Tot slot een casus ter vergelijking. Doet Van Miltenburgs evenknie in de Eerste Kamer, haar partijgenote Broekers, het nu zo veel beter? Niet bepaald. Wie haar bezig zag tijdens de verenigde vergadering waarin het regentschap van Máxima werd geregeld, kromde regelmatig zijn tenen. Versprekingen, verkeerd getrokken conclusies en fouten in de volgorde van handelingen wisselden elkaar in zo’n hoog tempo af dat ze ook met royale zelfspot niet meer vielen te camoufleren.
Maar er is één groot verschil met Van Miltenburg. Broekers heeft zichzelf niet opgeworpen als Senaatsvoorzitter. Zij heeft slechts het gat gevuld dat nu eenmaal viel toen partijgenoot De Graaf vorig jaar zijn biezen moest pakken. Dat geeft een andere uitgangspositie. Zo iemand zal nooit het verwijt krijgen: had je hier ook maar niet moeten gaat zitten, maar zal veeleer goedwillend bejegend worden met: toch fijn dat jij hiertoe bereid was.