Commentaar: Christen vindt het moeilijk respectvol te debatteren
Waterbedrijf Vitens zegt geregeld „intimiderende” reacties te krijgen van klanten. Ze zijn boos omdat het de intentieovereenkomst met een Israëlisch waterbedrijf heeft opgezegd.
Een belangrijk deel van deze reacties komt van christenen die boos zijn omdat hiermee Israël in de kou staat. Zij voelen zich verbonden met de Joodse staat. Dat deze klanten van Vitens verontwaardigd zijn, valt te begrijpen. Het besluit van het waterbedrijf is ook discutabel. Dat mag ook best kenbaar worden gemaakt. Als dat niet zou worden gedaan, is de stap die Vitens zette een vrijbrief voor anderen om ook maar de contacten met Israël te verbreken. Dan breidt de anti-Joodse stemming zich ongehinderd uit.
Wel is belangrijk op welke toon en manier deze boosheid wordt verwoord. Boos zijn mag, maar boosheid dient altijd te worden geuit binnen de grenzen van respect en fatsoen. En daar ontbreek het nogal eens aan bij mensen.
Helaas is dat ook het geval bij orthodoxe christenen. Sterker, het lijkt erop dat ze soms heftiger reageren in het debat met andersdenkenden dan de gemiddelde Nederlander. Opvallend daarbij is dat ze dit niet doen als het gaat om zeer principiële kwesties maar ook bij dingen waarvan ze in theorie erkennen dat ze behoren tot de middelmatige. Soms worden letterlijk ziel en zaligheid ter discussie gesteld alsof het gaat om afwijking van de grondwaarheden, terwijl het feitelijk accentsverschillen betreft. Daarbij is het opvallende dat hoe nader men elkaar in principieel opzicht staat, des te feller de toon wordt. Theologische discussies tussen mensen die veel gemeen hebben, worden soms op zeer hoge toon gevoerd. Daarbij laten nogal wat mensen zich ertoe verleiden in toorn te ontsteken.
Weinigen beseffen dat waar is wat de oude Grieken al zeiden: „Gramschap is geen argument in een debat. Houd u daarom bedaard.” Debatten die gedomineerd worden door emoties zijn te allen tijde tot mislukken gedoemd. Tegenstanders overtuigen met drift en toorn lukt niet. Wie met dreigementen een ander in een debat probeert te overreden bereikt hooguit dat die zich geveinsdelijk onderwerpt.
Christenen dienen in gesprekken met elkaar en met andersdenkenden goed in het oog te houden wat de apostel Paulus aan Kolosse schrijft: „Uw woord zij te allen tijde in aangenaamheid, met zout besprengd.” Dat betekent dat de overtuigingskracht niet in heftigheid van toon of veelheid van woorden zit. Weinig zout is beter dan veel. Het gaat er in een debat dus ook om de juiste argumenten aan te voeren. Ook hier geldt: in de beperking toont zich de meester.
En dan spreken met aangenaamheid. Dat is in ieder geval fatsoenlijk blijven, normaal doen. Zeker niet dreigen of met modder gaan gooien. Wie intimideert, verliest. Dat blijkt inmiddels ook in het debat met Vitens. Zeker een christen moet zich niet verlagen tot het gedrag van een inktvis. Als die het moeilijk krijgt, maakt hij het water van zijn omgeving zwart. Wie een helder verhaal heeft, hoeft dat afweerwapen niet te gebruiken.