Regime in Extra Beveiligde Inrichting „ontzettend streng”
AMSTERDAM. Hoe bevalt het leven in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught? Rodney Geijsen, veroordeeld voor doodslag en tal van andere ernstige misdrijven, zat er drie jaar vast en doet er desgevraagd een boekje over open.
Met stip de strengst beveiligde gevangenis in Nederland is de EBI. Er zitten extreem vluchtgevaarlijke criminelen. Zware misdadigers. Een cellencomplex waar nog nooit iemand uit is ontsnapt. Staatssecretaris Teeven (Justitie en Veiligheid) liet deze week weten niet van plan te zijn het strenge regime te versoepelen.
Geijsen ondernam in het verleden vanuit gewone gevangenissen meermalen vluchtpogingen. Hij zat van 2002 tot 2005 in de EBI en noemt het regime daar „ontzettend streng.” Het is een wereld van kogelwerende ramen, camera’s, sluizen, luikjes. Toch hoor je van hem niet dat hij er zwaar gedeprimeerd raakte. „Ik ben erg op mezelf. Als je niet op jezelf kunt zijn, krijg je daar grote problemen. Voor woonwagenbewoners, die gehecht zijn aan contact met hun familie, is het verblijf in een EBI heel moeilijk.”
Scherpe voorwerpen
In de EBI wordt er veel aan gedaan om te voorkomen dat gedetineerden scherpe voorwerpen in hun cel krijgen, vertelt Geijsen. „We hadden bijvoorbeeld een lepel en beker van plastic. Tonijn werd uit een blikje gehaald, om zo te voorkomen dat we scherpe voorwerpen in handen kregen.”
Het verlaten en weer binnengaan van de cel, om bijvoorbeeld te luchten, is aan een strenge procedure onderworpen, zet Geijsen uiteen. „Als je de cel uitgaat, zijn er altijd enkele bewaarders in de buurt. Je moet je schoenen uitdoen en wordt gefouilleerd. Je moet tegen de muur gaan staan. Vier keer per dag uit de cel betekent acht keer tegen de muur.”
Bij het luchten zijn er maximaal vier gedetineerden op de luchtplaats, herinnert Geijsen zich. „Die luchtplaats is boven afgegrendeld met tralies. Op het dak zit een bewaarder die meekijkt.”
Glas
In de recreatiezaal kunnen gedetineerden kaarten en spelletjes op de computer doen, herinnert Geijsen zich. „Er wordt meegeluisterd.” Van zijn medegedetineerde Streten Jocić, een zeer beruchte crimineel, leerde hij een mondje Joegoslavisch.
Bij het sporten, enkele keren per week, was er geen fysiek contact met de sportleraar, aldus Geijsen. „Die zit in een kogelwerend kantoor.” Wel heeft hij de hand geschud van de sportleraar, in bijzijn van bewaarders, vertelt hij. Ook het contact met geestelijken verloopt „met glas ertussen”, aldus Geijsen.
Boeken waar een gedetineerde om vroeg, werden voor- en achteraf gescreend, weet Geijsen. „Zo wilden de bewaarders voorkomen dat je bijvoorbeeld aantekeningen in een boek schreef om zo een boodschap aan de buitenwereld door te geven.”
Kogelwerend vest
Geijsen herinnert zich dat een transport (naar de rechtbank) vanuit het cellencomplex met scherpe veiligheidsmaatregelen was omgeven. Hij zegt zo’n vijftien keer vanuit de EBI te zijn vervoerd. „De kleding die je wilde dragen, moest je in de EBI afgeven. Die werd onderzocht op bijvoorbeeld scherpe voorwerpen waarmee je een ander zou kunnen verwonden. Verder werden lichaamsopeningen gecontroleerd.”
Ook in de auto wordt niets aan het toeval overgelaten, weet Geijsen uit ervaring. „Zo’n transport wordt geregeld door het Bijzonder Ondersteunings Team (BOT). We reden in bijvoorbeeld een gepantserde BMW. Die wagens stoppen nergens. Ze worden ingelicht over files. Je krijgt een blinderingsbril op en een kogelwerend vest aan. Men wil niet dat een gedetineerde wordt geliquideerd. Naast je zit een BOT’er met een automatisch vuurwapen en een handvuurwapen.” Geijsen, die nu zegt te gruwen van zijn misdaden, ontving in de strengbeveiligde gevangenis in Vught geen familiebezoek. „Ik ga mijn moeder niet achter glas spreken.”