De historische Kroatische havenstad Dubrovnik, de ’Parel van de Adriatische Zee’, werd in de laatste maanden van 1991 beschoten door de marine van het Joegoslavische Volksleger (JNA), dat toen door Serviërs werd gedomineerd. Ook werden vanaf het vasteland artilleriebeschietingen uitgevoerd.

Talrijke granaten kwamen terecht in het historische centrum van Dubrovnik, dat op de Werelderfgoedlijst staat. Ook in de plaatsen rond Dubrovnik vielen door het optreden van het leger doden.

Nadat de aanklagers het op een akkoordje met de verdediging hadden gegooid, werd de aanklacht beperkt tot de gebeurtenissen op 6 december 1991. Jokic bekende schuld aan onder meer moord en vernietiging van historische monumenten.

De VN–aanklagers eisen na het akkoordje niet meer dan tien jaar straf. Het staat de rechters echter vrij een hogere straf op te leggen, zoals eerder deze week voor het eerst in de praktijk werd gebracht met de Bosnische Serviër Nikolic. De verdediging vraagt om een straf van minder dan twee jaar.

De aanklagers lieten donderdag video’s van de kunstschatten in Dubrovnik en foto’s van gedode Kroaten zien. De verdediging liet een getuige vertellen over het goede karakter van Jokic en zijn niet–nationalistische houding voor de oorlog. De raadslieden motiveren de lage eis mede door de hoge leeftijd van de beklaagde, zijn berouw en zijn samenwerking met de aanklagers.

De Nederlandse VN–rechter A. Orie zit de strafkamer in de zaak–Jokic voor.