Commentaar: Hulp bij zelfdoding moet gepaard gaan met zorg bij ondraaglijk lijden
De Duitse minister van Volksgezondheid, Hermann Gröhe, heeft opgeroepen de georganiseerde hulp bij zelfdoding te verbieden. Het aanreiken van de gifbeker zelf kan moeilijk verboden worden, omdat zelfdoding op zichzelf wel toegestaan is. Maar Gröhe vreest een ‘industrie’ die zich in advertenties en op internet aanbiedt.
Hopelijk is Gröhe nog net op tijd. Deze week bleek uit Duitse media dat er alleen al vorig jaar 155 mensen hulp bij zelfdoding hebben gekregen. In een tv-uitzending vertelde een gepensioneerde onderwijzer hoe hij met zijn koffertje vol pillen en goede bedoelingen door Duitsland trekt om mensen bij te staan.
De Duitse regering zal zelf echter geen voorstel voor een verbod doen. Binnen de coalitie was daar niets over afgesproken. Dit voorstel moet dus uit de Bondsdag komen. De christendemocratische CDU/CSU-fractie bezet op vier zetels na de helft van de Bondsdag, dus wat dat betreft ziet het er goed uit.
Pleitbezorgers van euthanasie en hulp bij zelfdoding spreken graag over ‘waardig sterven’. De suggestie daarvan is dat een pijnlijk sterfbed onwaardig is. Niet iedereen die weken rond zo’n sterfbed heeft geleefd, zal dit zo zien. Niet dat het niet zwaar en confronterend is, maar tegelijk (achteraf gezien) heel vormend.
Dat mag ook, zeggen voorstanders van euthanasie. Ieder mag zelf weten wat hij onder ‘waardig sterven’ verstaat, maar laten we elkaar vrij laten. Dit is de autonome mens. Ook christenen, die geloven dat God het leven geeft en op Zijn tijd weer neemt, zijn daar meer mee beïnvloed dan ze denken.
Daarom is het goed dat deze Duitse minister aan de bel trekt. Juist in Duitsland weet men dat de zelfstandige mens steeds een gevallen mens blijft, geneigd om zijn naaste kwaad te doen.
In Duitsland zijn in de jaren dertig onder de naam ”euthanasie” duizenden gehandicapten gedood. Tevens werd gepleit voor het regelen van een zelfgekozen levenseinde voor uitzichtloos zieke mensen, maar het Duitse publiek wees dat toen af. Het zou nog jaren duren voordat dit wereldwijd in discussie zou komen.
De afgelopen jaren bleek telkens dat de gevoeligheid voor zaken rond leven en dood bij onze oosterburen veel groter is dan in de rest van West-Europa. Wat trouwens niet wegneemt dat onder het Duitse publiek, getuige een opiniepeiling deze week, de steun voor vrijwillige euthanasie in het uiterste geval bij terminale patiënten toch altijd nog 70 procent is. Maar tot wetgeving leidt dit voorlopig niet.
De Duitse geschiedenis leert ons dat we uiterst voorzichtig moeten zijn mensen de macht over het leven van anderen te geven. In ons land zijn grote schandalen rond de euthanasiewet tot nu toe uitgebleven. Toch bleek recent twijfel over de kwaliteit van het toetsingsbeleid.
Voor de Duitsers is de uitdaging een verbod op de georganiseerde hulp bij zelfdoding te combineren met een menswaardige zorg bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Als dat lukt, is het duidelijk dat men ook zonder liberale wetgeving ‘waardig sterven’ kan. Dat kan een bemoediging zijn voor iedereen die zich inzet voor de waardigheid van het leven.