Job de Haan en Hennie Burggraaff debatteren over toekomst religie in media
AMSTERDAM. Is er in de toekomst nog ruimte voor religie in het Nederlandse medialandschap? De meningen daarover lopen uiteen, zo bleek gisteren uit een debat in Amsterdam. Eén ding is duidelijk: zending bedrijven via de media, dat kan echt niet meer.
Over de gang van het hoofdgebouw van de Vrije Universiteit in Amsterdam schrijdt een groepje mannen in toga’s, op weg naar een promotieplechtigheid. Even verderop verzamelt zich in een zaaltje een bont gezelschap van onder meer theologen, mediabobo’s en studenten. Het is deze week ”Graduation Week” bij de Amsterdamse universiteit: een week vol promoties, opgeluisterd met onder meer debatten en lezingen.
Een van die debatten gaat over de toekomst van religie in de media. Een actueel thema nu de kleine levensbeschouwelijke omroepen het veld hebben moeten ruimen. Job de Haan, voormalig hoofd radio bij de IKON, radiopresentator Hennie Burggraaff van de NCRV en Bikram Lalbahadoersing, voormalig medewerker van de OHM (Organisatie Hindoe Media), gaan met elkaar in discussie.
Lalbahadoersing ziet de toekomst van levensbeschouwing in het Nederlandse medialandschap niet rooskleurig in. „Misschien is de christelijke traditie nog wel in goede handen bij de grote omroepen. Er zijn verschillende christelijke radio- en televisiemakers die als boegbeelden kunnen functioneren. Moslims, hindoes en boeddhisten hebben echter niet van die boegbeelden. Die moeten het doen met surrogaten die niet goed weten waar ze het over hebben. Hoe geloofwaardig zou het zijn als een sportpresentator de verkiezingsavond presenteerde?”
De Haan is zo mogelijk nog somberder. Volgens hem is levensbeschouwing in Hilversum „verworden tot gevaarloos achterbanbehagen en ritueel folklore.” Religie en televisie gaan eigenlijk niet goed samen, stelt hij. „Op televisie staat emotie, ervaring en entertainment centraal. Een tv-programma moet de kijker een prettig gevoel geven en scoren met kijkcijfers. Dat past niet bij religie, want het heilige heeft altijd iets ongrijpbaars, iets wat tegen de haren instrijkt. Zodra we religie inzetten om kijkcijfers te genereren of de achterban tevreden te stellen, raken we dat heilige kwijt.”
Een treffend voorbeeld daarvan vindt De Haan The Passion, de vertolking van het paasverhaal met bekende Nederlanders die de EO sinds een aantal jaren samen met de RKK en de PKN uitzendt. „Ik vind dat een obsceen gebeuren.” Een citaat van Jacco Doornbos, producent van The Passion, is volgens De Haan veelzeggend. „Hij zei vorig jaar in een interview: „Natuurlijk zullen sommige mensen deze vorm kitscherig vinden, maar aan de kijkcijfers te zien vindt het grootste deel van Nederland dat niet; integendeel, ze vinden het prachtig.””
Burggraaff heeft de afgelopen jaren met eigen ogen gezien hoe religie in de media steeds meer naar de zijlijn werd gedrongen, vertelt ze. „Meditaties en levensbeschouwelijke programma’s verdwenen helemaal of gingen van radio 1 naar radio 5. De positie van religie is kwetsbaar en minder vanzelfsprekend geworden.”
Toch is ze niet negatief gestemd over de toekomst van religie in de media. „Het gaat erom dat mensen in Hilversum contact maken met elkaar en van daaruit de verbinding zoeken met de samenleving. Dat The Passion zo populair is, laat juist zien dat religie er ook binnen de nieuwe kaders nog toe doet. Het concept past heel goed in deze eventsamenleving.”
Ze wijst er ook op dat er verschillende theologen zijn die het goed doen in actualiteitenprogramma’s. „Ik denk aan mannen als Frank Bosman en Antoine Bodar. Die weten door hun heldere taal en goede voorbereiding ook een verbinding te leggen met de samenleving.”
De Haan is niet overtuigd. „Religie is in de media folklore geworden. Iemand als Bodar wordt bij Pauw & Witteman opgevoerd als zeldzaam exemplaar. Zo van: dat zoiets nog bestaat in Nederland. Dat folkloristische zie je ook bij The Passion. Het oude paasverhaal van vroeger, weet je nog? En dat het goed in de eventsamenleving past, daar kan ik niet zo veel mee. Een paar weken later gaan dezelfde mensen met z’n allen rellen in Haren. Wat is er dan nog over van die verbinding?”
Lalbahadoersing vindt dat De Haan te geringschattend doet over de manier waarop religie in de media naar voren komt: „Mensen hebben recht op folklore als dat hun zingevingskader is. Bovendien moet je van massamedia niet veel verdieping verwachten. Het triggert mensen hooguit een beetje. Daarna moeten ze zelf op onderzoek uitgaan als ze dat willen.”
Debatleider Johan Roeland, universitair docent media, religie en cultuur, vraagt aan het eind van de bijeenkomst of er toekomst is voor theologiestudenten in de media. Lalbahadoersing denkt van wel, „mits je blijft geloven en dat ook durft uit te spreken. Dan weten ze je te vinden als ze iemand zoeken voor een ethisch of levensbeschouwelijk thema.
Dat betekent natuurlijk niet dat je mensen lastig moet vallen met je religie. Als je zending gaat bedrijven ben je na drie maanden weg.” De aanwezigen lachen. Als er nog iets is wat vandaag op algemene instemming kan rekenen, is dit het wel.