Veehouders kiezen in gendebat voor markt
Als het aan de boerenorganisatie LTO ligt, zal Nederland in principe geen drempels opwerpen tegen genetisch aangepast voedsel. Volgens voorzitter S. Schenk van de vakgroep melkveehouderij zijn de voordelen van gentechnologie voor zijn sector gering. Maar hij sluit niet uit dat deze techniek wordt toegepast als de markt dat vraagt.
„Als die gentechnologie melk oplevert waarmee we tien jaar ouder worden, wil ik de tegenstanders wel eens horen”, zei Schenk gisteren tijdens een conferentie in Den Haag, waar de keerzijde van gentechnologie centraal stond. Vijftien organisaties, waaronder Greenpeace, Novib en de Stichting Natuur en Milieu, wilden met de bijeenkomst waarschuwen voor onvoorziene gevolgen van de nieuwe technieken.
„De markt is leidend, het koopgedrag is bepalend”, verklaarde Schenk tot ontzetting van het Tweede-Kamerlid Stellingwerf (ChristenUnie). Die vindt dat de Nederlandse veehouders een wat principiëler standpunt moeten innemen. Ook Stellingwerfs collega Vos (GroenLinks) stelde zich uiterst gereserveerd op ten opzichte van nieuwe technieken. Feenstra (PvdA) was duidelijk soepeler; hij eist wel dat gentechnologie veilig moet zijn. De drie kamerleden vinden dat de consument de mogelijkheid moet hebben voeding te kopen waaraan niet genetisch is gemorreld.
De vijftien organisaties namen vorige maand afstand van de commissie-Terlouw omdat het publieke debat over biotechnologie volgens hen eenzijdig en beperkt is. Zij bepleiten, in de woorden van voorzitter R. Beckers van Natuur en Milieu, een stop op veldproeven en de introductie met genetische aangepaste gewassen in het milieu. Ook zijn zij tegen de import van gemodificeerd diervoer en voedingsmiddelen.
De organisaties vinden dat Nederland zich moet aansluiten bij een moratorium op gentechnologie dat een aantal landen in Europa (Italië, Denemarken en Frankrijk) heeft uitgesproken. Zij vinden dat planten en dieren niet mogen worden beschouwd als een „uitvinding” van de mens en keren zich daarom tegen octrooien op planten en dieren.
Derde wereld
Verder menen zij dat boeren in de derde wereld geen baat hebben bij gewassen waaraan genetisch gesleuteld is. Door gentechniek zouden zij afhankelijk worden gemaakt van grote westerse bedrijven. Bij besteding van ontwikkelingsgeld zouden de belangen van lokale boeren het uitgangspunt moeten zijn.
De commissie was met vier leden bij de conferentie aanwezig. Terlouw zal begin januari een rapport uitbrengen aan het kabinet en de Tweede Kamer. Een van de leden, C. de la Rive Box, liet weten dat de conclusies van de „tegenconferentie” ook in dat rapport worden verwerkt.