De stijgende arbeidsproductiviteit is volgens analisten een factor die belangrijk bijdraagt aan het herstel van de Amerikaanse economie, maar chef-econoom Stephen Roach van investeringsbank Morgan Stanley plaatst vraagtekens bij deze groei. Hij wijst erop dat 80 procent van de Amerikaanse werknemers zijn brood verdient in de dienstensector, waar het meten van de arbeidsproductiviteit volgens Roach nauwelijks mogelijk is.

„In een fabriek kun je nauwkeurig vaststellen of werknemers in een bepaalde tijd meer of minder producten afleveren. In de dienstensector is dat moeilijker te meten, omdat de producten vager zijn. Daar komt bij dat er in deze sector in toenemende mate wordt gewerkt met moderne communicatiemiddelen die het mogelijk maken het werk onderweg en thuis -vaak in het weekeinde- voort te zetten. Dat betekent dat de officiële werkweek, die hier 35,5 uur per week bedraagt, aanzienlijk wordt uitgebreid”, aldus Roach.

Het komt er volgens hem in feite op neer dat er -vooral in de belangrijke dienstensector- niet zozeer efficiënter wordt gewerkt -zoals het cijfer voor arbeidsproductiviteit suggereert-, maar dat er eenvoudig veel langer wordt gewerkt dan officieel wordt aangenomen. „Werkweken van vijftig uur en meer zijn tegenwoordig heel gewoon. Dat betekent dat tijd die de overheid beschouwt als vrije tijd gewoon aan de arbeidstijd wordt toegevoegd. Dat is geen groei van de arbeidsproductiviteit maar een verlenging van de werkweek die niet wordt verwerkt in de officiële statistieken”, meent Roach.

Dat de stijgende arbeidsproductiviteit niet alle problemen oplost, blijkt uit het feit dat er weer meer mensen worden aangenomen en minder mensen worden ontslagen. Het Amerikaanse bedrijfsleven creëerde in oktober 126.000 nieuwe banen en vorige maand waren dat er 150.000. Het percentage werklozen blijft gehandhaafd op 6,0 procent van de werkende bevolking. Veel analisten verwachten een verdere groei van de werkgelegenheid als de economie blijft aantrekken.