Grote behoefte aan Indische zorg
Er bestaat voldoende behoefte aan een specifieke organisatie voor maatschappelijk werk en dienstverlening voor Indische Nederlanders en Molukkers.
Dat blijkt uit een NIPO-onderzoek dat woensdag is overhandigd aan staatssecretaris Ross-van Dorp van Welzijn. Het onderzoek is gedaan in opdracht van de Stichting Pelita, de organisatie voor maatschappelijk werk voor Indische Nederlanders en Molukkers. Deze organisatie is op zoek naar nieuwe wegen als gevolg van de bezuiniging in de overheidssubsidie van 10 procent.
Zowel de interesse voor de bestaande diensten, zoals het maatschappelijk werk, als voor eventuele nieuwe diensten is groot bij de doelgroep. Zo is een op de zes van de 1443 ondervraagden zeker bereid geld te betalen voor de maatschappelijke dienstverlening wanneer de subsidie totaal zou worden stopgezet.
Pelita helpt onder meer bij het aanvragen van schadevergoedingen voor het oorlogsverleden, met name betreffende de periode waarin de Indonesiërs de onafhankelijkheidsstrijd voerden (1945-1948). „De pijn in de Indische hoofden is dat zij zijn beschadigd door de geschiedenis, door dit psychotrauma en door de migratie naar Nederland”, aldus onderzoeker dr. F. A. Begemann.
Een op de zes Indische Nederlanders en Molukkers (29.000) weet niet dat hij recht heeft op vergoedingen. Twee op de vijf (95.000) hebben geen aanvraag ingediend; 44 procent heeft dit wel gedaan.
Voor oudere Indische Nederlanders is het in het leven roepen van ouderenadviseurs aantrekkelijk. Ook in het regelen van een visum voor een reis naar Indonesië, het aanbieden van een serviceabonnement en de mogelijkheid van zelfstandig wonen zijn veel oudere Indische Nederlanders en Molukkers geïnteresseerd. Verder zou het aanbieden van verzorgde themareizen naar Indonesië een mogelijkheid zijn.
Directeur Harriët Ferdinandus van Pelita zei dat ze het werk niet aan het algemeen maatschappelijk werk wilde overdragen. Staatssecretaris Ross gaf aan dat overdracht van specifieke kennis over deze goed geïntegreerde groep aan algemene instellingen van groot belang kan zijn voor de groepen allochtonen die nog geen eigen instellingen hebben.