Dat maakte directeur R. Prins van het Hoofdwegennet Limburg van Rijkswaterstaat gisteren in Roermond bekend. Deze detectiemethode over zo’n groot gebied is uniek voor Nederland. De techniek is afkomstig uit Engeland, aldus Prins.

De infraroodfoto’s worden momenteel bestudeerd in Berlijn. Daarna kunnen verdachte gebieden nader worden onderzocht en kan het Explosieven Opruimingscommando beginnen met het opruimen van het explosieve oorlogstuig voordat met de aanleg van de nieuwe autosnelweg kan worden begonnen.

Op de foto’s zijn bepaalde gewassen roder gekleurd dan andere en die roodvariant doet vermoeden dat er in die planten meer ijzer zit. Het opsporen van bommen en granaten via deze methode is volgens Prins „gigantisch veel goedkoper” dan de zogenoemde wichelroedemethode, waarbij met metaaldetectors elke vierkante meter grond moet worden afgezocht, zoals in het verleden gebeurde.

De bodem in Midden-Limburg ligt bezaaid met niet-ontplofte bommen en granaten, doordat daar in 1944 en 1945 hard en langdurig is gevochten tussen geallieerden en Duitsers. Vanuit Midden-Limburg vond de geallieerde opmars naar Arnhem plaats.

Wegenbouwers ondervinden veel last van de explosieven in de grond. De aanleg van een rondweg om Haelen werd er ernstig door vertraagd. De weg zou al opgeleverd moeten zijn, maar dat wordt pas komend voorjaar. Speciale gepantserde bulldozers hebben in de moerassen bij Haelen maandenlang gezocht naar explosieven, die overigens nauwelijks werden gevonden.