Cultuur & boeken

Franca Treurs tweede roman: zoeken naar zingeving

In haar tweede roman is Franca Treur op zoek naar verbinding en zingeving. Valt iedereen uiteindelijk voor het doorsnee burgerbestaan, of is er een uitweg? En waar haal je je inspiratie vandaan, als het geloof uit je leven is weggevallen?

Enny de Bruijn
13 January 2014 09:02Gewijzigd op 15 November 2020 08:09
Franca Treur, beeld RD, Christiaan Zielman
Franca Treur, beeld RD, Christiaan Zielman

Op de omslag zit een sticker: „Van de auteur van Dorsvloer vol confetti – 150.000 exemplaren verkocht.” Alleen al om die reden noemen allerlei bladen en websites de verschijning van Franca Treurs nieuwe boek een van de belangrijkste literaire gebeurtenissen van het pasbegonnen jaar.

”De woongroep” heet de roman. Het verhaal gaat deze keer niet over Zeeuwse boeren, en ook niet over kerkmensen van de Gereformeerde Gemeenten of enige andere signatuur. Treur heeft gekozen voor een totaal ander wereldje: Amsterdamse twintigers en dertigers die meer of minder halfslachtig op zoek zijn naar zichzelf en de zin van het leven.

Met een tweede boek kun je het als schrijver, na zó veel succes, natuurlijk niet gauw goed doen. Dat blijkt ook wel uit de eerste recensies, deze week. NRC noemt Treurs nieuwe roman „zwalkend” en „kleurloos”, Elsevier heeft het over „vlakke personages” en hun „weinig bijzondere sores.”

Misschien valt dat wel grotendeels te verklaren uit het feit dat het onderwerp van dit boek minder gelukkig gekozen lijkt dan dat van ”Dorsvloer vol confetti”. Bij schrijvers van het allerhoogste kaliber maakt het niet uit waarover ze schrijven. Alles is goed, zelfs de meest bizarre personages komen tot leven en de meest onwaarschijnlijke plot komt uiteindelijk geloofwaardig over. Maar dat geldt niet voor de veel talrijker schrijvers die net een treetje lager staan, en die moeten vechten om de aandacht van het publiek. Dan doet de keus van het onderwerp er wel degelijk toe.

Wij in Nederland houden bijvoorbeeld van verhalen waarin –zoals in ”Dorsvloer vol confetti”– de hoofdpersoon in conflict is met de wereld om hem heen, maar zich ontworstelt aan zijn beperkingen en vrij zijn eigen weg durft gaan. Hollands drama. Als daar dan ook nog een dosis nostalgie en plattelandsromantiek bij komt –schrijvers die goed zijn in sfeer en kleurrijke details hebben op dat punt een voorsprong– is succes verzekerd.

Nu is dat gelukkig niet het enige recept voor een goed of een goed verkopend boek. Het is heel begrijpelijk, en ook verstandig, dat Franca Treur in haar tweede roman iets totaal anders wilde proberen om niet voor altijd vast te zitten aan het Maarten-’t-Hart-en-Jan-Siebelink-imago. Dat getuigt van de wil om als schrijver te groeien. Dat neemt niet weg dat je als lezer de hoofdpersoon van ”De woongroep” minder makkelijk in je hart sluit dan Katelijne uit ”Dorsvloer vol confetti”. Daarmee, en ook met de thematiek, neemt de auteur risico’s.

Voor reformatorische lezers die gefascineerd waren door ”Dorsvloer vol confetti” is er aan dit verhaal waarschijnlijk minder te beleven en te herkennen. De personages staan verder weg en het beschreven levensgevoel kan op de gemiddelde kerkmens vervreemdend of zelfs ontluisterend overkomen. Maar ook voor het brede Nederlandse lezerspubliek lijkt dit een moeilijker boek. Wie zelf niet (meer) gelooft, kan makkelijk genieten van een hoofdpersoon die vervreemd raakt van een boerenwereld waarin kerkgangers de toon aangeven. In ”De woongroep” komt het conflict evenwel dichterbij: de hoofdpersoon zet zich af tegen het gezapige burgerbestaan: gezin, kinderen, vaste baan, auto voor de deur – de sleur van de middelmaat.

Dat zal hier en daar irritatie oproepen, want de gemiddelde lezer ís nu eenmaal zo’n keurige burger met een gezin en een auto en heeft niet altijd behoefte om op de schaduwzijden van dat bestaan gewezen te worden. Met de mond belijden veel literatuurliefhebbers wel dat het een van de functies van literatuur is om te knagen en vragen te stellen en de mens met zichzelf te confronteren, maar soms is het gewoon fijner als die confrontatie over andere mensen gaat, en niet over jezelf.

Het knappe van Treur is daarbij wél dat ze niet in zwart-wittegenstellingen vervalt. Hoofdpersoon Elenoor schokt in het eerste hoofdstuk tijdens een kraambezoek haar omgeving nog met de opmerking dat veel moeders soms de neiging hebben om hun baby uit het raam te gooien. Maar in het laatste hoofdstuk zit ze „beneden in de 
tuin een commode uit te zoeken bij Ikea.nl”, drinkt ze thee uit een kopje en gaat 
ze samen met haar vriend praten over de aankoop van een huis en het afsluiten 
van een hypotheek. De ene lezer zal dat ervaren als „de tragiek van huisje-boompje-beestje”, de andere als „acceptatie van en overgave aan het leven.” Het is maar wat je wilt zien.

Tussen dat eerste en laatste hoofdstuk is er dan de woongroep, met excentrieke bewoners die een spoor in de wereld willen achterlaten, maar niet goed weten hoe. Ze moeten iets betekenen, het leven hoort leuk te zijn, en ze willen wel actievoeren maar ze weten niet goed waarom en tegen wie. Dus hangen ze vooral rond in cafés en voeren ze lege gesprekken, ze drinken en vrijen, ze voelen zich lamlendig en bedenken ter compensatie halfslachtige acties die achteraf vooral gênant zijn.

De auteur heeft zelf een verklaring voor die verschijnselen, zo blijkt uit de interviews die deze week verschenen: „Voor wat vroeger de kerk deed, is eigenlijk niets in de plaats gekomen. Ik denk dat mensen dat missen.” Nieuwe generaties voelen zich ontheemd, weten niet goed waar ze bij horen, wie de vijand is waar ze tegen moeten strijden en wat het doel is waar ze naartoe moeten werken. Ze zijn, kortom, op zoek naar een bezield verband.

Franca Treur weet het levensgevoel van deze twintigers en dertigers uitstekend te typeren, met trefzekere woorden en subtiele observaties. Ze laat mooi zien hoe mensen zich vastklemmen aan idealen en tegelijkertijd openstaan voor corruptie van die idealen – hetzij doordat ze gevoelig zijn voor geld, doordat ze verliefd worden of gewoon doordat ze lui zijn. Vrolijk word je daar als lezer niet van, maar misschien is dat ook niet de bedoeling.


”De woongroep”, Franca Treur; uitg. Prometheus, Amsterdam, 2014; ISBN 978 90 446 1658 3; 344 blz.; € 19,95.


Lees ook in Digibron:

Interview met Franca Treur.

Recensie van ”Dorsvloer vol confetti”.

Panelgesprek met lezers over ”Dorsvloer vol confetti”.

Opinieartikel: Franca Treur cultiveert twijfel.

Franca Treur reageert op reacties uit reformatorische kringen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer