Vorige week donderdag nog meldde deze krant dat Kruft het niet op een kort geding wilde laten aankomen en dat zondagsopening werd ingetrokken. De realiteit heeft dat bericht achterhaald, erkent Clui­stra. „Vorige week vrijdag heeft alsnog een kort geding plaatsgevonden omdat via lokale media bleek dat de huurder zich niet aan deze toezegging zou houden.”

Cluistra’s advocaat, Aart Hofman, zei vanmorgen dat het kort geding snel was afgelopen. „De gedaagde liet verstek gaan. Zodoende kwam er dus ook geen inhoudelijk verweer van zijn kant. Volgens de rechter stond klip-en-klaar in het huurcontract dat zondagsopenstelling niet mocht, waarna mijn cliënt in het gelijk werd gesteld.”

Donderdag zei prof. dr. Fokko Oldenhuis in deze krant dat bij een eventuele gang naar de rechter Kruft waarschijnlijk in het gelijk zou worden gesteld.

Dat het tegendeel is gebleken komt volgens Hofman door het commerciële karakter van het contract. In beginsel moet Kruft zich aan de gemaakte afspraken houden. Alleen als hij kan aantonen dat de omstandigheden sinds het opstellen van het contract dermate gewijzigd zijn dat hij nu economische schade ondervindt van de gemaakte afspraak, had het oordeel van de rechter anders kunnen uitvallen. Klaarblijkelijk vond in deze zaak de huurder zelf zijn belang bij zondagsopenstelling niet zo zwaarwegend.

Kruft was vrijdagmorgen niet bereikbaar voor een reactie.