Betrek God ook bij studie- en beroepskeuze
Velen in de gereformeerde gezindte zetten God ten onrechte buitenspel als het gaat om studie- en beroepskeuze, stelt Jan van ’t Land.
De bijlage School & Beroep (RD 6-1) mist mijns inziens een belangrijk ingrediënt. Bij het lezen valt op dat het wel heel vaak gaat om „solide carrière maken, goede kansen op de arbeidsmarkt en geld verdienen.” De titel ”kansrijke keuzes” en de opmerking dat populaire opleidingen niet per se de beste perspectieven bieden op een solide carrière, leggen de focus nadrukkelijk op carrièrekansen en rijkdom.
Er wordt zeker ingegaan op het belang van het volgen van passies, maar zinsneden zoals „studie te gaan doen die prestige heeft, een goed salaris oplevert, of veel garantie biedt op een baan” missen iets. De vraag naar de wil van God in onze studiekeuze ontbreekt in de hele bijlage. Realiserend dat een bijlage niet allesomvattend kan zijn, denk ik dat het toch tekenend is voor hoe we als gereformeerde gezindte met studiekeuze omgaan.
De vaak gegeven leidraad is: ”elk beroep is een goddelijk beroep”. Oftewel, we zitten goed zolang we geen topartiest of topsporter worden. Toch merk ik ontstellend vaak dat bij jong en oud de Bijbelse principes als naastenliefde, opoffering, barmhartigheid het afleggen tegen wereldse principes als carrière, kansen, geluk, prestige en rijkdom. Is dit een aanwijzing dat we God allang uit ons studiekeuzeproces en ons dagelijks leven gebannen hebben?
Wanneer we het motto ”elk beroep een goddelijk beroep” verbinden met de gedachte dat rijkdom een gave van God is, is elke barrière geslecht voor het streven naar rijkdom, prestige en carrière.
Echter, wanneer we de Bijbel lezen, zijn de vakgebieden die risico opleveren voor ons heil juist deze die betrekking hebben op rijkdom, geld en goed (vgl. de rijke jongeling en de gelijkenis van Lazarus). Jezus zegt zelfs dat het makkelijker is dat een kameel door het oog van een naald kruipt dan dat een rijke zalig wordt. Lezen we vaak niet te snel over deze zinsnede heen? Vergeten we het gevaar van rijkdom, iets waar in de Bijbel vaak voor wordt gewaarschuwd? Een keuze tussen God en de mammon leidt meestal tot een compromis waar geen zegen op rust.
Speelt God als onze Schepper een rol in het studiekeuzeproces, dan realiseren we ons dat ons leven tot eer moet zijn van Hem en tot heil van de naaste. ”Elk beroep een goddelijk beroep” is dan geen dooddoener maar zal in de praktijk tot andere keuzes leiden. De vraag is dan niet: Hoe zoek ik aards geluk, rijkdom en genot? maar: Welke capaciteiten bezit ik die inzetbaar zijn voor God en de naaste?
Deze vraag is een boeiend vertrekpunt voor de decaan en leerling die gezamenlijk een toekomstplan opstellen. De Bijbel is in dat geval de bron voor een studiekeuze.
Het woord van Jezus om het kruis op te nemen en Hem te volgen is geen keuzeoptie maar opdracht. Het kruisdragen is van een totaal andere orde dan hier op aarde carrière maken en geld verdienen. Kruisdragen betekent een carrière die minder rooskleurig schijnt maar wel met uitzicht op een goed loon. Het zal veelal zelfopoffering betekenen om je in te zetten voor bijvoorbeeld zieken, om de hongerigen te voeden, naakten te kleden, armen te helpen of om dichtbij of ver weg het Evangelie te verkondigen. Misschien is de mate van zelfopoffering wel de graadmeter van een ”goddelijk” beroep.
Wanneer we Gods Woord als norm zien, zal dit leiden tot een levensdoel en studiehouding die bewust anders is dan die van de ‘wereld’. Te lang hebben we als reformatorische gezindte onbewust geleefd met de dualistische gedachte dat geloof en zaligheid van een totaal andere orde zijn dan ons praktisch dagelijks leven. Het resulteerde in een scheiding tussen de zondag en de werkweek. Onze baan slokt vaak de meeste tijd op, moet dat onderdeel van ons leven dan niet het meest ”goddelijk” zijn?
Ik doe een oproep aan allen, en met name aan de scholen, om God weer en meer te betrekken bij studiekeuze en het zoeken van een baan. Het volgen van Gods wil plaatst het leven in een hoger perspectief. Termen zoals kansen, carrière, prestige en geld vallen daarbij in het niet. Deze leveren niet het wenselijk geluk op, en zeker niet het eeuwig geluk.
Laten we als gezindte, ouders, scholen en kerken onze jongeren begeleiden en voorgaan in het opnemen van het kruis en het oefenen in zelfopoffering. Zoekend naar een ”goddelijk” beroep; altijd opofferend en nooit egoïstisch maar gericht op het heil van God en onze naasten.
De auteur is vierdejaarsstudent culturele antropologie en ontwikkelingssociologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.