Kerk & religie

Red mij

Psalm 35:3b

8 January 2014 08:13Gewijzigd op 15 November 2020 08:04

„Zeg tot mijn ziel: Ik ben uw heil.”

Wie zal mij geven rust te vinden in U? Wie zal mij geven dat U komt in mijn hart en dat U het dronken maakt, zodat ik mijn ellenden vergeet en U, mijn enig goed, omhels? Wat bent U voor mij? Ontferm U over mij, opdat ik woorden moge vinden. Wat ben ik zelf voor U, dat U mij beveelt U lief te hebben en, zo ik dat nalaat, op mij toornt en mij bedreigt met ontzettende jammer? Zou deze dan gering zijn, indien ik U niet beminde? Wee mij! Zeg mij om Uw barmhartigheden, o Heere, mijn God, wat U voor mij bent. Zeg tot mijn ziel: Ik ben uw heil. Ja, zeg dat, opdat ik het hoor. Zie, de oren van mijn hart zijn vóór U, Heere; open die en zeg tot mijn ziel: Ik ben uw heil. Ik zal deze stem naijlen en U aangrijpen. Verberg Uw aangezicht niet van mij: laat mij sterven, opdat ik niet sterf, maar Uw aangezicht aanschouw. Te eng is het huis van mijn ziel dan dat U daarin tot haar zou komen, verruimt U het. Bouwvallig is het, vernieuw het. Er zijn dingen aan die Uw ogen kwetsen: ik weet het en beken het. Maar wie zal het reinigen? Of tot wie zal ik roepen dan tot U: reinig mij van mijn verborgen afdwalingen.

Aurelius Augustinus,
bisschop te Hippo

(”Belijdenissen”, 398)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer