Een ramp is snel vergeten
Een weduwe wordt vaak het meest bezocht in het eerste jaar van haar weduwschap. Daarna is haar staat van eenzaamheid gewoon geworden. Bij rampen is de tijd van meeleven vaak nog korter. Daarna rest een plaats in de kronieken.
Twee weken lang reisde Rina Molenaar van stichting Woord en Daad door het rampgebied in de Filipijnen. Aangrijpend waren de verhalen die ze hoorde van slachtoffers van de wervelstorm die begin november het eilandenrijk in Zuidoost-Azië trof. Na een uitvoerige oriëntatie, samen met andere christelijke hulporganisaties, was een doel voor de hulpverlening bepaald: drie zwaar getroffen dorpen die nog maar weinig steun van anderen hadden ontvangen. Met blocnotes vol informatie en honderden foto’s keerde ze terug naar Nederland om daar de achterban te mobiliseren. Er moet geld komen, veel geld!
Onthutsend was dat de consultant van Woord en Daad bij haar terugkomst moest constateren dat de aandacht voor de ramp in de Filipijnen in ons land al fors was afgenomen, zo stelde ze enkele weken geleden vast tijdens een radio-uitzending van de EO. Het drama in de Filipijnse archipel had nog maar goed een maand eerder plaatsgevonden. Dagenlang had het dramatische nieuws alle aandacht van de media gekregen. Maar inmiddels waren de Nederlanders weer druk met hun eigen besognes: het woonakkoord, de pensioenen, de lastenverzwaring of –heel dichtbij– de kerstinkopen. En dan moet de echte hulp voor de Filipijnen nog op gang komen.
Gul
Wanneer er zich ergens op de wereld een catastrofe voltrekt, zijn mensen in het algemeen bereid in de buidel te tasten – vooral als het om een natuurramp gaat. Geldwerving voor slachtoffers van natuurgeweld kan in het algemeen rekenen op meer giften dan voor mensen die lijden onder oorlogsgeweld. In het laatste geval lijkt bij donateurs –wellicht onbewust– mee te spelen dat oorlog mensenwerk is. Dat geldt niet voor natuurrampen; die overkomen hen.
Veelal zijn mensen gul bij dit soort drama’s. Kort na een grote ramp worden vaak talloze particuliere initiatieven genomen om geld of goederen in te zamelen. Regelmatig worden er nationale acties gehouden met ondersteuning van de media en nemen kerken een speciale collecte in het rooster op. Tonnen, ja miljoenen komen er binnen. Aan noodhulp ontbreekt het niet.
Die noodhulp is nodig. Hij moet ook snel geboden worden. Slachtoffers van rampen verkeren vaak in de grootste misère, waarbij het hun meestal aan de elementairste zaken ontbreekt. Daarom is het van groot belang dat de rijkere landen snel de helpende hand uitsteken. Niks mis dus met noodhulpacties.
Structurele hulp
Maar wat als het nieuws over de ramp geluwd is? Wat als de eerste noodhulp verleend is? Dan begint het echte werk. Na de noodhulp komt de wederopbouw. Deskundigen stellen dat dit karwei in het geval van de Filipijnen jaren zal duren. Dat laatste moet gebeuren, maar trekt vaak niet of in ieder geval minder de publiciteit.
Dat blijkt bijvoorbeeld uit de wederopbouw na de tsunami die december 2004 Zuidoost-Azië trof. Daarbij kwamen 230.000 mensen om. Dat was schokkend. Maar een veelvoud van dat aantal was het getal van mensen die dak- en bezitloos werden. Nog steeds wordt er in de landen die deze ramp trof, gewerkt aan het herstel van de schade. Alleen, niemand heeft het er meer over.
Het probleem waar veel hulporganisaties mee te maken hebben is dat mensen onder invloed van het emotionele moment direct na een ramp graag geven, maar dat ze veel minder geld binnenhalen voor de structurele hulp. Terwijl daar vaak juist veel meer geld voor nodig is.
Transparant
Wat te doen? Hoe kan hierin een keer ten goede komen? Een van de eerste partijen die een bijdrage kunnen leveren aan een veranderingsproces zijn de media. Terecht dat zij op het moment van de ramp daar veel aandacht aan geven. De wereld moet het weten! Maar de media moeten ook proberen te voorkomen dat mensen het drama weer snel vergeten.
Natuurlijk is niet te voorkomen dat de pers, radio en televisie na twee of drie weken weer ander nieuws prominent brengen. Maar het zou helpen als na verloop van tijd een journalist het getroffen gebied opnieuw bezoekt om daar reportages te maken. Dan wordt de aandacht nog eens op de nood van de overlevenden gericht.
Ten tweede is het van belang dat hulporganisaties zelf goed nadenken over de besteding van de ontvangen gelden voor noodhulp. Wat zou erop tegen zijn als een aanzienlijk deel, bijvoorbeeld de helft, van het bedrag dat bij acties kort na een ramp binnenkomt wordt gereserveerd voor structurele hulp? Sommige organisaties doen dat al; andere nog niet.
Probleem daarbij is wel dat gevers dat vaak minder goed begrijpen. Zij verwachten dat er snel iets gedaan wordt met hun giften. Als blijkt dat na een jaar niet alle ontvangen gelden zijn uitgegeven, komt er kritiek. Dat gebeurde bijvoorbeeld in het najaar van 2005, toen bleek dat nog niet alle ontvangen miljoenen voor de slachtoffers van de tsunami waren besteed. Dat gaf ruis, die overbodig was. Ieder die even nadenkt over wat er allemaal nodig is om een land weer op de been te helpen, zal beseffen dat dit tijd kost. Maar hulporganisaties moesten hun best doen om imagoschade te voorkomen. De gevers hadden hun vragen.
Om die reden zou het dienstig zijn als bij acties voor noodhulp direct aan de donateurs bekend werd gemaakt welk percentage gereserveerd wordt voor structurele hulpverlening en wederopbouw. Transparantie is hierbij van groot belang. Dat voorkomt geruchtvorming en geeft de organisaties de ruimte om in alle rust een keus te maken voor de best passende vorm van de hulpverlening.
Gebed
De gevers zelf moeten zich ook beraden. Er is niks mis mee als ze bij een noodhulpactie diep in de buidel tasten. Maar belangrijk is dat ze ook bereid zijn om na verloop van tijd nog eens te geven.
Nog steeds zijn mensen gevoelig voor emotionele verhalen. De mate waarin een levensgeschiedenis schrijnend is, bepaalt vaak de hoogte van het bedrag. Op zich verklaarbaar. Maar het zou goed zijn als mensen zich meer en beter gaan realiseren dat gulheid niet alleen afhankelijk mag zijn van een emotionele stemming. Soms is het verstandig om goed af te wegen wat, wanneer men waaraan geeft.
Rond structurele hulp is soms minder publiciteit en zijn minder dramatische verhalen te vertellen of aangrijpende foto’s te publiceren. Veel werk wordt in betrekkelijke stilte gedaan. Maar steun is juist dan hard nodig.
Wie even terugkijkt in het achterliggende jaar, of nog wat verder terug, zal constateren dat er groot en klein leed is geweest. Het staat inmiddels opgetekend in de kronieken. Maar het mag niet worden vergeten. Uw gebed, uw medeleven en uw gaven blijven nodig.