Spanning in Ivoorkust loopt weer op
Aanhangers van de Ivoriaanse president Laurent Gbagbo hebben dinsdag voor de tweede achtereenvolgende dag bij het Franse militaire hoofdkwartier in Abidjan met messen en machetes betoogd voor het vertrek van Franse vredestroepen.
Een jongerenmilitie gaf de Fransen tot 20.00 uur de tijd om zich terug te trekken van de bestandslijn die het regeringsleger van noordelijke rebellen scheidt. Als geen gehoor aan het ultimatum zou worden gegeven, zouden woningen en bezittingen van Fransen worden aangevallen.
Ivoorkust is sinds juli, na een negen maanden durende burgeroorlog, in tweeën verdeeld. Het zuiden is in handen van het regeringsleger van Gbagbo, het noorden en een groot deel van het westen van verschillende rebellenbewegingen. Het regeringsleger heeft zich sinds juli herbewapend, voelt zich sterk en wil nu alsnog proberen de rebellen militair uit te schakelen. De ruim 5000 Franse en West-Afrikaanse vredestroepen die langs de bestandslijn zijn gelegerd, staan die plannen in de weg.
De betogers dreigden hun woede te koelen op de ongeveer 16.000 Franse burgers die in de voormalige Franse kolonie wonen. Franse militairen vuurden traangasgranaten af om de betogers op afstand te houden. Ivoriaanse ordetroepen keken anderhalve dag lang toe bij de betogingen, maar grepen dinsdagmiddag in en dreven de menigte uiteen.
Gbagbo zegt in een dinsdag door de Franse krant Le Figaro gepubliceerd interview dat veel militairen en veel van zijn aanhangers voor hervatting van de vijandelijkheden zijn, omdat zij het gevoel hebben dat zij de rebellen nu kunnen verslaan. Hij erkent echter ook dat hij degene is geweest die de Fransen heeft uitgenodigd, om hieraan toe te voegen: „Ik ben niet van mening veranderd.”
Een woordvoerder van de Franse ambassade in Abidjan zei naar aanleiding van het ultimatum dat de „nodige maatregelen” zouden worden genomen. Het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken in Parijs liet weten dat er „absoluut niet” wordt overwogen de Franse troepen van de bestandslijn terug te trekken. In Bouaké, het hoofdkwartier van de rebellen, zei een woordvoerder dat de rebellen „klaar staan in afwachting van onze vijanden.”