„Het loon is in elk geval niet minder geworden”
AMSTERDAM. De loonstrookjes voor 2014 laten voor de lagere en middeninkomens een stijging zien van een paar tientjes per maand. De vreugde is van korte duur; lastenverzwaringen dienen zich de komende weken eveneens aan.
Een paar tientjes erbij per maand voor de meeste werkenden, het loonstrookje van januari zal volgens Koen Caminada vooral een glimlach op ieders gelaat toveren.
De hoogleraar empirische analyse van sociale en fiscale regelgeving aan de Rijksuniversiteit Leiden, deskundige op het gebied van inkomenspolitiek, zegt relativerend: „Iedereen zal toch zoiets hebben van: het is in elk geval niet minder geworden. Maar iedereen beseft ook dat het komende jaar heel wat lasten op hen worden afgewenteld.”
Zoals huurverhoging, verlaging hypotheekaftrek, verlaging huur- en zorgtoeslag, bevriezing kinderbijslag, versobering pensioenen, btw-verhogingen op tal van terreinen, hogere accijns op lpg (+7 eurocent), wijn en alcohol, frisdranken en tabak, het zijn maar een paar voorbeelden die zullen doorwerken in het besteedbaar inkomen voor 2014.
Plusjes
Budgetvoorlichtingsorganisatie Nibud verwacht medio januari niettemin positieve effecten in de berekeningen voor de gezinsinkomens. „Dat er plusjes te zien zullen zijn, staat buiten kijf”, zegt Gerjoke Wilmink, directeur van Nibud. „De loonstrookjes zijn vanzelfsprekend maar een deel van het verhaal. De bevriezing van de kinderbijslag, de verlaging van de zorg- en huurtoeslagen, het werkt allemaal door in het besteedbare inkomen. Vaststaat dat je met een euro dit jaar minder kunt kopen dan vorig jaar.”
De berekeningen van salarisverwerker ADP, verantwoordelijk voor 1,4 miljoen loonstrookjes, laten zien dat het gros van de lagere en middeninkomens erop vooruitgaat.
Werknemers die bruto tot 1750 euro per maand verdienen, houden deze maand netto gemiddeld 55 euro meer over dan vorig jaar. Modale werknemers (inkomen 2585 euro bruto per maand) krijgen deze maand 33 euro extra op hun bankrekening. Wie tweemaal modaal verdient (5170 euro), levert een paar euro per maand in, aldus ADP.
Door deze uitkomsten lijkt de inkomenspolitiek van het kabinet geslaagd, constateert Caminada. Het ‘nivelleringsfeestje’ krijgt daarmee gestalte. Al tekent hij daarbij aan dat de grote lastenverzwaring voor de hogere inkomens door ingrijpen van D66, ChristenUnie en SGP in het begrotingsakkoord is voorkomen. „Al zou die ingreep pas volgend jaar hebben plaatsgevonden, het zou de hogere inkomens duizenden euro’s hebben gekost.”
Hij waarschuwt de werkenden in de lagere inkomensgroepen en de middeninkomens niet euforisch te worden door wat meer euro’s in de portemonnee. Want allerlei overheidsmaatregelen slaan al snel een gat in het budget.
Caminada: „Uiteindelijk werkt dat negatief uit op de koopkracht. De overheid geeft lastenverlichting, maar hevelt taken over naar de particuliere sector. Die verschuiving gaat de burger straks voelen in zijn portemonnee. Hij moet allerlei toeslagen gaan betalen voor zorg aan huis, voor de wijkhulp, voor de bibliotheek. Er is dus geen enkele reden voor euforie.”
Het Nibud ziet echter wel lichtpuntjes. Voor het eerst in vier jaar komen volgens het budgetinstituut „minder huishoudens in de min.” Wel is de inkomenspolitiek volgens Wilmink sterk gefragmenteerd. Zo loont het om te werken dankzij de verhoogde arbeidskorting, maar weer niet om als enige in een huishouden een baan te hebben. Wilmink: „Voor traditionele kostwinners pakken de doorrekeningen van de gezinsinkomens minder goed uit dan voor een gezin met tweeverdieners.”