Vrouwenhandel floreert in Spanje
MALAGA. Spanje telt naar schatting 12.000 slachtoffers van mensenhandel. Die leveren criminele bendes elke dag 5 miljoen euro op, schat de Spaanse politie.
Maria kwam uit Paraguay naar Spanje om er te werken in een hotel. Maar de belofte van een baan bleek vals; ze kwam in een nachtclub terecht en werd er gedwongen zich te prostitueren. De verhalen van andere slachtoffers van mensenhandel komen overeen.
Volgens de politie zijn de meesten van de naar schatting 12.000 slachtoffers afkomstig uit Brazilië, China, Nigeria, Paraguay en Roemenië. Ze leveren de misdaadnetwerken achter de handel zo’n 5 miljoen euro per dag op.
Veel van de slachtoffers spreken geen Spaans, worden bedreigd en hebben schulden – en beseffen vooral niet dat er hulp beschikbaar is. In de meeste gevallen gaat het om immigranten zonder papieren die niet naar de politie durven stappen.
Bovendien beseffen ze vaak niet dat ze slachtoffer zijn, zegt sociaal werker Paula Mandillo. Hij werkt voor Mujer Emancipada, dat vorig jaar meer dan honderd vrouwen onder zijn hoede nam.
Uit onderzoek van de Europese Commissie blijkt dat Spanje het tweede hoogste aantal slachtoffers van mensenhandel telt in de Europese Unie, na Italië. De Spaanse koepelorganisatie Netwerk tegen Mensenhandel breekt een lans voor een betere wetgeving, die gebaseerd is op mensenrechten.
Tot eind 2010 bestempelde de Spaanse strafwet mensenhandel niet eens officieel tot misdrijf. Sindsdien staat er een gevangenisstraf op van vijf tot tien jaar, maar die is nog maar in vier gevallen opgelegd.
Maar er is ook gebrek aan meer maatschappelijk bewustzijn en aan nadruk op de mensenrechten, zeggen organisaties. „Om het bewustzijn in de maatschappij te verbeteren, moet duidelijk gemaakt worden dat mensenhandel niet hetzelfde is als prostitutie of illegale immigratie, maar dat er mensen zonder papieren zijn die het slachtoffer worden van misdaadnetwerken”, zegt Helena Maleno, deskundige bij de vereniging Colectivo Caminando Fronteras.