Henk van Putten: een halve eeuw koorbegeleider
Hij rolde er vijftig jaar geleden zomaar in, als oud-leerling van Klaas Jan Mulder. Al die jaren begeleidde Henk van Putten (73) het christelijk Kamper mannenkoor Door Eendracht Verbonden, op orgel en piano. Tweede kerstdag nam de Kampenaar afscheid.
Je moet stoppen als het nog goed gaat, is het devies van Henk van Putten – niet te verwarren met de Zeeuwse organist Henk G. van Putten. Vandaar dat hij donderdagavond, tijdens het jaarlijkse kerstconcert van DEV, een punt zette achter iets wat zijn hart al die jaren helemaal had: het begeleiden van het mannenkoor tijdens uitvoeringen, concerten en opnames.
Zijn afscheid was in de Kamper Bovenkerk. „Daar is DEV op z’n mooist”, aldus Henk van Putten. Hij kijkt terug op een „heel mooie avond.” Tot zijn verrassing werd hij aan het eind van het concert door burgemeester Koelewijn onderscheiden. Voor zijn verdiensten als koororganist én kerkorganist werd Van Putten benoemd tot lid in de Orde van Oranje-Nassau.
Klaas Jan Mulder
Hij zegt geen prater te zijn. „Ik zit liever achter de klavieren.” Maar als het over vijftig jaar DEV gaat, rijgt de ene anekdote zich aan de andere. Lp’s worden van zolder gehaald, plakboeken komen tevoorschijn. En heel vaak valt de naam van Klaas Jan Mulder, de Kamper musicus die vanaf 1960 tot aan zijn overlijden in 2008 als dirigent aan DEV verbonden was. Sinds vijf jaar zwaait dirigent Gerwin van der Plaats (1977) de scepter bij het mannenkoor.
Van Putten groeide op in IJsselmuiden. Orgelles kreeg hij van zijn vader, die zelf orgel speelde en in de omgeving vier koren dirigeerde. Toen hij een jaar of 18 was, werd Henk voor les naar Klaas Jan Mulder gestuurd. „Eerst kwam hij bij ons thuis en had ik les op ons harmonium, maar algauw ging ik naar zijn huis. Ik weet nog dat ik de eerste keer dat ik daar kwam de toccatine over Psalm 33 van Jan Zwart speelde. Op een harmonium van Mannborg.” Algauw wilde Mulder echter dat Henk pianoles zou krijgen, vanwege de techniek.
Intussen was Van Putten in 1958 organist geworden in de dorpskerk van IJsselmuiden en had hij zijn eerste ervaringen opgedaan in het begeleiden van de koren van zijn vader. „Op een harmonium.”
De eerste keer dat Mulder vroeg of Van Putten wilde begeleiden bij DEV, was tijdens de generale repetitie voor de opname van een single. „Dat was in de Burgwalkerk, in 1963; de Bovenkerk was in die jaren dicht. Feike Asma zou spelen tijdens de opname, maar Klaas vroeg mij om orgel te spelen bij de generale. Zo is het begonnen.”
Algauw zette Mulder zijn oud-leerling in bij concerten. „Een andere leerlinge en ik moesten in de Broederkerk bij een stuk van Verdi samen vierhandig piano spelen. Asma speelde die avond orgel.” Het eerste concert waarbij hij het mannenkoor de hele avond op piano begeleidde, was in Wapenveld, herinnert Van Putten zich. „Klaas en ik gingen er voor de generale samen op de brommer heen. Een andere leerling van hem speelde die avond orgel. Onder andere ”Landerkenning” van Grieg stond op het programma. Een behoorlijk lastig stuk.”
Zo ging het vaker die eerste jaren. Van Putten zat achter de piano, terwijl bekende organisten als Asma en Wim van der Panne orgel speelden. „Ik heb Asma in die tijd vaak meegemaakt. Dat was wel een muzikant, hoor.” De concerten beperkten zich niet tot Kampen en omgeving. „Ik heb in die jaren een keer in het Amsterdamse Concertgebouw gespeeld met DEV. Piet van Egmond bespeelde het orgel, ik zat achter de vleugel.” Na een paar jaar kwam ook de orgelbegeleiding in handen van Van Putten.
Het volle orgel
Van Putten maakte mee hoe DEV uitgroeide tot een bekend en veelgevraagd koor, binnenslands maar ook in Europa. Naast zijn werk op de reproafdeling bij Van Dijk’s Boekhuis kreeg de organist een druk muzikaal bestaan. Concerten door het hele land, maar ook reizen naar Zwitserland, Zuid-Duitsland, Oostenrijk, Engeland, Frankrijk.
Overal zit een verhaal aan vast. „Hier, een foto waarop te zien is hoe ik met Klaas op een plein in Praag loop. In de Madeleine in Parijs speelde ik op het huisorgel van Dupré de grote bewerking van Mulder over ”Wat God doet dat is welgedaan”. Bijzonder was ook Londen, waar in een van de kerken zo’n gigantisch orgel staat met drukknoppen van 1 tot 11. We zouden ”Landerkenning” zingen. „Aan het slot moet je nummer 11, het volle orgel, opentrekken”, zei Klaas bij de voorbereiding. „Maar dan blaas ik het hele koor weg”, zei ik. „Dat maakt niet uit”, zei Klaas, „het gaat om het effect.” Zo ging dat.”
Bijzonder was ook de reis naar Zuid-Duitsland. In Ottobeuren moest in de beroemde basiliek een opname gemaakt worden. De lp waarop Mulder kant A volspeelde terwijl DEV op kant B zingt, ligt als getuige op tafel. „Ik moest op dat grote orgel het koor begeleiden. Ik zat helemaal achter de kas verborgen, in het donker. Er was niets te zien. Ik ben toen maar afgegaan op de ademhaling.”
Vaak kwam Van Putten met Mulder voor verrassingen te staan. „Ergens rond de Kerst moesten we in Vianen zingen. Op het programma stond onder andere het stuk ”Magnificat” van Jan Nieland. Knap lastig. We hadden het echter niet gerepeteerd. Pas heel laat kwam Mulder de kerk binnen. „Wat doen we met Nieland?” vroeg ik. „Dat doe ik zelf wel vanachter de piano”, was het antwoord. Maar toen het stuk aan de beurt was, wees hij naar boven. Ik kon beginnen. Op een orgel dat niet inspireerde, een stuk dat ik nog nooit begeleid had.” Glimlachend: „Maar het ging goed.”
Sowieso moest Van Putten al die jaren met Mulder stalen zenuwen hebben. „Niet elke begeleider zou dat aankunnen. Voor het jaarlijkse kerstconcert bijvoorbeeld, het hoogtepunt voor DEV, hoefde ik echt niet een week van tevoren aan te komen om te overleggen. Meestal gebeurde dat op 24 december. Een repetitie zat er vaak niet in. Klaas speelde op tweede kerstdag altijd eerst in de Rotterdamse Doelen bij Vox Jubilans en ’s middags in Bolsward. Dan was hij net op tijd terug in Kampen voor het concert van DEV. Dan moest het in één keer gebeuren.”
Ook kon Mulder vlak voor het concert nog wijzigingen aanbrengen. „„Die doen we een halve toon hoger”, zei hij dan. Daardoor heb ik wel leren moduleren. Het is zelfs wel gebeurd dat hij beneden op de vleugel begon en ik op het orgel met een zachte stem moest uitvogelen in welke toonsoort hij bezig was. Zo ging dat.”
Niettemin spreekt Van Putten met veel respect over zijn leermeester. „Hij was een groot kunstenaar. Hij heeft mij gevormd als begeleider. Aanvankelijk stonden we in een verhouding van leraar en leerling, maar dat werd later anders.” Ook over Mulders opvolger is Van Putten lovend. „Hij is zeer muzikaal en een groot fan van Mulder. Hij is helemaal in dat spoor verdergegaan.” Lachend: „Het enige wat veranderd is, is de voorbereiding. Nu krijg ik wel op tijd de stukken.”
Samenzang
Ook als kerkorganist heeft Van Putten in Kampen zijn sporen getrokken. Na zijn organistschap in IJsselmuiden was hij van 1975 tot 2011 eerste organist van de Broederkerk, op het „prachtige Hinszorgel.” Nu is hij nog als tweede organist aan die kerk verbonden. Daarnaast was Van Putten dertig jaar lang tweede organist van de Bovenkerk. Als Willem Hendrik Zwart niet kon of weg was, zat Van Putten op zondag achter de klavieren. „Het is wel gebeurd dat ik al in de Broederkerk aan het spelen was en er iemand belde dat er in de Bovenkerk geen organist was. Dan zorgde ik snel voor vervanging in de Broederkerk en haastte me naar de Bovenkerk. Die laatste was toch belangrijker.”
Met gepaste trots vertelt hij hoe hij eens de Franse organist Jean Guillou in de Bovenkerk ontving. „Dat was in de zomer, bij Van Dijk’s Boekhuis een enorm drukke tijd. Eigenlijk kon ik niet weg. Maar Zwart was er niet en Guillou wilde graag op het orgel in de Bovenkerk spelen. Dus ik heb hem begeleid. Een baasje, hoor. Maar hoe hij de grote Es-Dur van Bach neerzette, tsjonge.”
Hoewel Van Putten, als amateur, ook wel literatuur speelt en in de orgelserie in de Bovenkerk weleens een concert gegeven heeft, wil hij vooral „een echte samenzangbegeleider” zijn. „Ik speel puur voor m’n plezier. Het liefst tijdens de eredienst.” Dat hoopt hij nog even te mogen doen. „Het is de bedoeling dat ik in de Broederkerk met m’n 75e stop.” Z’n vrouw Grietje: „Ik moet het nog zien, hoor.”
Betrouwbaar en bescheiden
„Henk van Putten is een bescheiden mens. Hij verdient het weleens om in het zonnetje gezet te worden”, reageert dirigent Gerwin van der Plaats van DEV op het afscheid en de onderscheiding van Van Putten. De achterliggende vijf jaar werkte hij met genoegen met de organist samen.
Van Putten is altijd een amateurorganist gebleven. „Klaas Jan Mulder zei altijd: „Henk is amateur, maar dan wel de beste van Nederland.” Dat ben ik met hem eens”, aldus Van der Plaats. Hij noemt Van Putten een betrouwbare koorbegeleider. „To the point, nooit overheersend, nooit zichzelf op de voorgrond plaatsend, bescheiden. Zulke begeleiders zijn er niet zo veel.”
Bovendien is Van Putten „echt iemand uit de school van Mulder, die nog les van hem gehad heeft.” Daarnaast is de scheidende organist volgens de dirigent „een fijn mens. We gaan hem missen. Hij ís gewoon DEV.”
Als vaste koorbegeleider van DEV tijdens de grote concerten en bij opnames is Marco den Toom uit Hoevelaken aangetrokken. „Hij zal in ieder geval spelen tijdens de concerten in de Bovenkerk op Koningsdag en met Kerst. Voor de kleinere concerten vragen we andere organisten”, aldus Van der Plaats. Later dit jaar spelen bijvoorbeeld Minne Veldman en Martin Zonnenberg bij het koor.
Het eerste optreden van DEV met Den Toom aan de klavieren is komende zaterdagmiddag in de Laurenskerk in Rotterdam, tijdens het evenement ”Herinneringen aan Klaas Jan Mulder”. „Een emotioneel gebeuren voor het koor”, aldus Van der Plaats.