Arabische lente slecht nieuws voor bedreigde dieren
CAÏRO. In de etalages van dierenwinkels in Caïro staan kooien met hondjes, katten en parkieten. Maar als je iets exotischer op de kop wil tikken, zoals een krokodil of een leeuwenjong, kun je dat vaak aan de toonbank vragen.
Sinds de Arabische lente heeft de overheid andere prioriteiten dan de handel in bedreigde diersoorten.
De handel is verboden onder de Citesconventie, die ook door Egypte is ondertekend. Maar na decennia van lakse grenscontroles en een onverschillige houding van de politie is het land een draaischijf geworden voor de handel in wilde dieren.
Volgens milieuorganisaties speelt de politieke onzekerheid sinds het uitbreken van de Arabische lente bovendien netwerken die bedreigde diersoorten verhandelen in de kaart.
„Sinds de revolutie in 2011 heeft Egypte minder middelen om de wet af te dwingen, en de smokkelaars hebben dat door”, geeft een medewerker van het ministerie van Milieu toe. „De zoektocht naar illegaal verhandelde dieren heeft geen prioriteit.”
Caïro is niet enkel een bestemming, maar vooral een doorvoerhaven naar de markten in Azië en de golfstaten. De voorbije jaren werden zakken vol stervende schildpadden tegengehouden, zeldzame vogels gevangen in toiletrollen, en zelfs een paar dolfijnen. Douanebeambten vonden ook babychimpansees die gedrogeerd waren met hoestsiroop.
Heel wat van de dieren worden gehouden in appartementen in Caïro en Alexandrië, die dienstdoen als tijdelijke showroom voor mogelijke kopers. Ze komen ook in twijfelachtige dierenwinkels terecht of in het groeiende aantal privédierentuinen in het land.
Een officiële dierenwinkel in de wijk Zamalek in Caïro handelde op het eerste gezicht vooral in benodigdheden voor de huisdieren van de rijke bewoners. Maar achter in de winkel waren ook babykrokodillen te vinden, evenals vossen en zelfs een volwassen gier. De winkel werd vorig jaar gesloten, maar niet vanwege de bedreigde diersoorten. Er waren te veel klachten over stank.
In de winkel Tolba Kingdom Reptiles winden ze er geen doekjes om. „We kunnen aan elke diersoort komen”, zegt Salah Tolba, hoofd van de zaak. „Veel handelaars weten niet hoe ze met wilde dieren moeten omgaan, en de dieren bezwijken dan ook vaak aan trauma’s. Maar onze familie heeft heel wat ervaring in dit vak. We hebben grote kooien en we behandelen onze dieren beter dan de zoo.”
Dat is waarschijnlijk waar, zegt dierenrechtenactivste Dina Zulfikar, „maar in het algemeen zijn er ook in dierentuinen geen acceptabele standaarden.” Dieren die in beslag genomen worden door de overheid, komen bijvoorbeeld in de Giza Zoo terecht. Maar die werd in 2004 al geweerd uit de World Association of Zoos and Aquariums omwille van de slechte behandeling van de dieren die er leven. Het onderbetaalde personeel in de zoo laat in ruil voor een fooi toe dat bezoekers gedrogeerde dieren aanraken. „De dieren worden slecht verzorgd, ze sterven of worden gestolen, verkocht of gebruikt voor fotosessies”, zegt Zulfikar.
Sinds de jaren negentig stijgt het aantal privédierentuinen snel in Egypte. Veel van deze bedrijven hebben een bedenkelijke reputatie. „De overheid kan er weinig tegen beginnen”, zegt fotograaf en milieuactivist Karl Amman. „Het is onmogelijk om de ordediensten aan het werk te zetten. De politieagenten zijn bang voor de smokkelaars.”