„Aldel had het niet altijd gemakkelijk”
DELFZIJL (ANP). Het omvallen van aluminiumsmelter Aldel betekent een nieuwe klap voor de werkgelegenheid in het Noorden, waar de banen sinds jaar en dag toch al niet voor het opscheppen liggen.
Bij het bedrijf werken 300 mensen, bij toeleveranciers nog eens zo’n 300, zegt Aldel. Daarmee komt het totale verlies aan arbeidsplaaten op circa 600. Vakbond FNV Bondgenoten schat dat in totaal 800 banen in de regio verloren gaan als de onderneming definitief de deuren sluit.
Aldel, afkorting van Aluminium Delfzijl, produceert jaarlijks zo’n 160.000 ton aluminium, het lichtmetaal dat onder meer wordt verwerkt in schepen, auto’s, fietsen en kozijnen.
Het bedrijf werd bijna 50 jaar geleden opgericht door drie bedrijven, waaronder Koninklijke Hoogovens. In 1999 fuseerde Hoogovens met British Steel tot Corus en werd Aldel onderdeel van de Corus Group. Sinds 2009 is de Delfzijlse aluminiumsmelter eigendom van de Britse investeringsmaatschappij Klesch & Company.
Het bedrijf had op verschillende momenten grote moeite zich staande te houden. Of zoals Aldel zelf op zijn website schrijft over de geschiedenis van het bedrijf: „Aldel heeft het niet altijd gemakkelijk gehad”. In 2009 werden nog 185 banen geschrapt. De laatste jaren ging Aldel, vanwege de aard van zijn productieproces een groot stroomslurper, gebukt onder hoge energieprijzen en lage aluminiumprijzen.
In september 2013 sloegen de vakbonden alarm. Als de overheid niet te hulp zou schieten, zou Aldel omvallen. Een maand later kwam die hulp er in de vorm van een overbruggingskrediet van bijna 8 miljoen euro van de provincie Groningen en het Rijk.
Het heeft niet mogen baten. Aldel, dat al 10 jaar met verlies draait, vroeg maandagmiddag faillissement aan.