Nieuwe basisvorming richt zich op zeven leerdomeinen
De vernieuwde basisvorming richt zich op zeven ’leerdomeinen’. Scholen en leraren krijgen meer ruimte om de eerste jaren van het voortgezet onderwijs in te richten.
Minister Van der Hoeven (Onderwijs) heeft een tussenrapportage over de vernieuwing van de basisvorming met die strekking dinsdag naar de Tweede Kamer gestuurd. De leerdomeienen zijn Nederlands, Engels, wiskunde, mens en natuur, mens en maatschappij, kunst en cultuur en bewegen en sport.
Dat vervangt de oude basisvorming die als te overladen, versnipperd en eenheidsworst is gekenschetst. „Basisvorming is onzin, daar moeten we vanaf", zei de minister onlangs in de Kamer. „We moeten afscheid nemen van dit dogma uit de jaren tachtig en negentig."
Volgens de samenstellers van het rapport moeten de scholen alle leerlingen een periode van twee jaar de kerndoelen uit de zeven domeinen aanbieden. De school bepaalt of een kerndoel wordt uitgewerkt in een vak of project. Sommige scholen zullen kiezen voor twaalf of vijftien traditionele vakken, andere scholen voelen meer voor een beperkt aantal leergebieden. Een globale formulering van de kerndoelen maakt uitwerking op alle niveaus mogelijk.
Van der Hoeven wil een nieuwe rolverdeling tussen scholen, leraren en rijksoverheid. Dit past in het beleid om scholen meer autonomie te geven. Er komen minder regels en de scholen moeten beter staat worden gesteld zelf het onderwijs zodanig te regelen dat die aansluiten bij de mogelijkheden en ambities van school en leerlingen.