„Ontbreken naam van God in kersttoespraak is gemiste kans”
Koning Willem-Alexander heeft op eerste kerstdag zijn eerste kerstrede gehouden in een huiselijke sfeer bij een knappend haardvuur. Vier reacties op de vorm en de inhoud van de toespraak.
Historicus Ton van der Schans vindt de toespraak „politiek correct” en „voorzichtig.” „De uitspraken gaven geen aanleiding om de wenkbrauwen te fronsen. Zijn moeder Beatrix schuwde het niet om soms haar persoonlijke mening over milieu- of andere vraagstukken tussen de regels door te laten blijken. De toespraak van de koning gaf geen reden tot politiek-maatschappelijke discussies. Dat is ook niet zo verbazend, want het was voor hem de eerste keer. Willem-Alexander heeft gedaan wat hij moest doen: verbinden, aanmoedigen en vertegenwoordigen. Hij heeft laten zien een verbindende factor te willen zijn en boven de partijen te willen staan.”
Het is Van der Schans opgevallen dat de koning invoelend sprak over mensen die geen baan meer hebben, over de eenzamen en over het belang van hulpverleners en militairen. Teleurstellend vindt de historicus dat de Naam van God niet is genoemd. „Het bleef allemaal erg oppervlakkig. Het ging over Kerst als „feest van het licht” en over het „Kind in de kribbe.” Ik had het prachtig gevonden als hij bijvoorbeeld een paar verzen uit het Lukasevangelie had gelezen. Hij had iets kunnen uitleggen van de betekenis van Kerst voor het christendom. Een gemiste kans.”
De hervormde emeritus predikant ds. L. J. Geluk, voorzitter van de Vereniging Protestants Nederland, vindt het „heel goed” dat de koning de traditie van een toespraak met Kerst voortzet. „De presentatie in een koninklijke huiskamer straalde warmte uit en stond dicht bij de mensen. Hij sprak met veel empathie over mensen die juist in deze dagen rond Kerst veel terugdenken aan geliefden die ze hebben verloren.”
De lijn naar Kerst was echter heel zwak, meent ds. Geluk. „Het zou zeer welkom zijn geweest zijn als de boodschap en betekenis van het kerstfeest meer waren benadrukt. Het thema van verbinding sluit helemaal aan bij de kerstboodschap dat God door het geven van Zijn Zoon verbinding heeft met deze wereld gezocht. Hoewel de naam van Jezus niet werd genoemd, waardeer ik het dat de koning aan het einde van zijn toespraak iedereen een gezegend kerstfeest toewenste.”
De presentatie van de toespraak vond ds. Geluk zeer positief. „Uit de houding van Willem-Alexander bleek dat hij de koning wil zijn van het hele volk en dicht bij de mensen wil staan. Zijn moeder bleef toch altijd iets afstandelijker door het majesteitelijke dat ze over zich had.”
De eerste kerststoespraak van koning Willem-Alexander was warm en waardig, meent SGP-fractievoorzitter Van der Staaij. „Er zat een persoonlijke noot in, met onder meer een terugblik op de inhuldiging. Sympathiek was ook dat hij prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven persoonlijk bedankte.”
De presentatie van de toespraak in een huiselijke sfeer noemt Van der Staaij positief en ontspannen. „Het kwam plezierig, natuurlijk en ontspannen over.”
Met thema’s als hoop en verbinding week de tekst van de koning inhoudelijk nauwelijks af van die van zijn moeder, vindt Van der Staaij. „Al vind ik zo’n vergelijking altijd lastig, omdat ieder het op zijn of haar eigen manier doet. Mooi vind ik in elk geval dat hij mantelzorgers en vrijwilligers nadrukkelijk noemde.”
De inhoud van de kerstboodschap met het thema ”verbinding zoeken” blijft in de kerstrede toch wat impliciet, meent de SGP-voorman. „Niet voor niets heb ik vlak na de toespraak op Twitter laten weten dat de kerken die dag open waren, om daarmee aan te geven dat ik hoop dat mensen die de toespraak hebben gevolgd, óók de kerstboodschap van Jezus als de Zaligmaker van zondaren zouden horen.”
Michiel Zonnevylle, voorzitter van de Bond van Oranjeverenigingen, is opgetogen over de eerste kersttoespraak van de koning. „Hij is dicht bij zichzelf en bij de samenleving gebleven. Hij heeft de problemen van alledag benoemd. Bovendien sprak hij met empathie over mensen zonder werk, over vrijwilligers en over mensen die tijdens de feestdagen ook gewoon moeten doorwerken.
Dat laatste heb ik de achterliggende feestdagen weer van dichtbij meegemaakt. Onze kinderen, die in Londen wonen, waren in Nederland. Mijn vrouw en ik konden alleen op eerste kerstdag bij hen zijn, omdat mijn echtgenote, directeur van een hospice, die avond alweer moest werken.”
Inhoudelijk was Willem-Alexanders toespraak iets anders dan die van zijn moeder, meent Zonnevylle. „Beatrix sprak meer vanuit haar persoonlijk geloof en de consequenties daarvan voor het persoonlijke leven. Haar zoon stelde vooral de dingen van alledag aan de orde. Als hij spreekt over het Kind in de kribbe, weet iedereen die op de naam van God zit te wachten wat daarmee wordt bedoeld. Mensen die er ontvankelijk voor zijn, horen die verwijzing naar Jezus of het geloof tóch wel.”