Er leven naar schatting enkele duizenden wilde zwijnen in Nederland, die grotendeels achter hekken op de Veluwe verblijven. Daar is te weinig ruimte voor zoveel dieren, zodat elk jaar honderden zwijnen moeten worden afgeschoten.

In het Meinweggebied bij Roermond en in het Rijk van Nijmegen hebben zich spontaan bescheiden groepen gevestigd, die vrij rondlopen. Ook bij het Drielandenpunt in Vaals en bij Weert zijn zwijnen gezien. Maar de provincies zijn daar niet blij mee. Vrijwel elke provincie hanteert het zogenoemde nulstandbeleid, wat inhoudt dat zwijnen worden doodgeschoten zodra ze ergens opduiken.

Volgens ARK zorgt het wroeten van zwijnen er juist voor dat bijzondere planten kunnen ontkiemen. Zwijnen rollen in de modder (‘zoelen’), waardoor waterplassen ontstaan die het leefgebied van beschermde insecten en amfibieën zijn. Ook zijn zwijnen natuurlijke vuilophalers: een kadaver van een hert of een ree is binnen enkele uren compleet verdwenen als de alleseters hun gang kunnen gaan.

Natuurmonumenten wil voorlopig niet meer jagen in de bossen van de Veluwezoom en in Drenthe. Ook zouden er wildcorridors moeten komen. ARK stelt dat er veel plekken in Nederland zijn waar zwijnen kunnen leven. De organisatie blijft ook hopen op de terugkeer van de wolf, die op zijn beurt weer wilde zwijnen opeet.