Musea floreerden dit jaar als nooit tevoren
AMSTERDAM (ANP). Korte tijd geleden luidden de Nederlandse musea nog de noodklok: door de bezuinigingen van de overheid zou een groot aantal instellingen de deuren moeten sluiten. Eind 2013 is het tegendeel waar: de musea floreren als nooit tevoren.
„Het is in alle opzichten een kroonjaar geworden”, zegt directeur Siebe Weide van de Museumvereniging. „De vele heropeningen hebben geleid tot een enorme groei van het aantal bezoeken. Niet alleen het Rijksmuseum in Amsterdam opende de deuren, maar ook musea in bijvoorbeeld Zwolle en Leeuwarden. Het aantal Museumkaarten loopt tegen de miljoen aan.” Dit is geen tijdelijk effect, meent Weide. „Hiermee staat het hele museumveld er beter voor. Maar het is wel iets waar je op moet letten. Je kunt niet elk jaar een Rijksmuseum openen.”
Meer ongerust maakt Weide zich over de hoge verzekeringspremies die musea moeten betalen voor internationale bruiklenen. „Het is de vraag of we op internationaal niveau kunnen blijven meetellen. Wij moeten meer betalen dan musea in het buitenland. De Engelsen hoeven bijvoorbeeld niks te betalen, daar staat de overheid garant voor bruiklenen. Een grote Da Vinci-tentoonstelling zoals in The National Gallery zouden we daarom hier nooit kunnen organiseren.”
Het rijtje instellingen dat door bezuinigingen ophield te bestaan, is kort. Het Geldmuseum in Utrecht sloot 1 november nadat het Rijk de subsidiekraan had dichtgedraaid. In december viel het doek voor het Institut Néerlandais in Parijs en de bibliotheek van het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam.
Ook in het theaterlandschap zag de situatie er dit jaar niet slecht uit, ondanks de economische crisis. Slechts een paar kleine theaters hielden het voor gezien. Een behoorlijk aantal theaters zag daarentegen het aantal bezoekers en daarmee de inkomsten toenemen, zegt interim-directeur Leo Pot van de Vereniging van Schouwburgen en Concertgebouwdirecties (VSCD). „We putten hoop uit de voorverkopen. Dat geeft een bemoedigend signaal.”
Vooral toneel en dans blijven in trek, terwijl cabaret en de kleinere musicals wat aan populariteit moeten inboeten. Alleen de vergrijzing speelt wat parten. Pot: „De samenstelling van de bevolking baart ons zorgen. In de theaters zien we relatief weinig jongeren. Zij gaan meer naar de festivals.”
Zowel Weide als Pot verwacht dat musea en theaters in 2015 klappen te wachten staan. „Dan komen de grote bezuinigingen van de gemeenten”, zegt Pot. „In dat jaar krijgen de gemeenten minder geld van het Rijk.” Veel theaters kunnen eigenlijk niet zonder subsidie bestaan, stelt Pot. „Als je aan een theater kon verdienen, was geen enkel theater gesubsidieerd. Veel overheidsgeld gaat zitten in het onderhoud en de huur van het theater.” Musea zoeken het vooral bij elkaar om de bezuinigingen voor te blijven. „Dat is hoopvol”, stelt Weide. „Er wordt steeds meer samengewerkt.”