Commentaar: Inhoud kersttoespraak geen breuk met toespraken Beatrix
Ons staatshoofd spreekt de natie normaal gesproken twee keer per jaar toe. Eén keer in september, als hij de Troonrede voorleest, en één keer in december, als hij zijn kersttoespraak houdt.
Woensdag deed koning Willem-Alexander dat voor de eerste keer. Opvallend was de setting waarin hij in beeld verscheen. Waar zijn moeder vanachter een bureau het volk toesprak, deed de koning dat vanuit een fauteuil naast de open haard. Hij werd omgeven door foto’s en schilderijen van zijn dierbaren: zijn kinderen, zijn vrouw en zijn ouders.
Soms zegt een beeld meer dan duizend woorden, en dit was zo’n beeld. Koning Willem-Alexander wil een mensenkoning zijn die inspireert, zoals een politiek commentator het zei. Zijn moeder analyseerde meer. Willem-Alexander blijft wat dichter bij huis, waar zijn moeder haar blik vaak over de hele wereld liet gaan. De toon van haar kersttoespraken was dan ook bezorgder, terwijl Willem-Alexander iets meer de vinger legt bij de goede dingen die er zijn in de samenleving.
Het is een koning die, hoezeer hij ook gesteld is op zijn privacy, nadrukkelijk de verbinding zoekt met zijn onderdanen. Was koningin Beatrix een moederfiguur, Willem-Alexander is meer een oudere broer. En dat past bij zijn leeftijd. Gelukkig valt onze nieuwe koning niet in de valkuil zijn moeder te willen nadoen. Want namaak is altijd onecht.
Natuurlijk wordt zo’n eerste kersttoespraak van de koning onder een vergrootglas gelegd. Zo zou Willem-Alexander bewust de namen ”God” en ”Jezus” hebben vermeden omdat hij zich verre wil houden van religie.
Voor alle duidelijkheid: een kersttoespraak is geen preek en een koning is geen predikant. Dat wil overigens niet zeggen dat het niet verdrietig is dat zowel onze huidige koning als onze vroegere koningin weinig of helemaal geen aandacht heeft voor het verticale aspect van de Bijbelse boodschap. Christus werd immers geboren om zondaren te verzoenen met God. Maar een trendbreuk met de kersttoespraken van koningin Beatrix is er niet. Willem-Alexander sprak over „het Kind in de kribbe”, citeerde een regel uit de engelenzang en wenste aan het slot van zijn toespraak de kijkers een „gezegend kerstfeest.” Het is gezocht om vervolgens te stellen dat de toespraak van de koning ontdaan is van alle religieuze verwijzingen. Wel vult hij het kerstverhaal, net als koningin Beatrix deed, horizontaal in. Wat dat betreft staan hij en zijn moeder in dezelfde –vrijzinnige– traditie.
Het feit dat politici van SGP tot SP positief reageren op zijn eerste kerstrede mag de koning als een groot compliment opvatten. Hij verstaat de kunst om zich ver te houden van politieke gevoeligheden, terwijl zijn toespraak toch niet inhoudsloos wordt. Evenzeer verstaat hij de kunst om iets van zichzelf te laten zien zonder dat hij publiek bezit wordt.
Koning Willem-Alexander laat daarmee een verbale en emotionele lenigheid zien die past bij zijn leeftijd en bij zijn generatie. Die communiceert nu eenmaal op een andere manier dan die van zijn ouders.