Huizensloop Haastrecht uitgesteld om vleermuizen
HAASTRECHT. De mogelijke aanwezigheid van vleermuizen in een elftal oude huisjes in Haastrecht dwingt de kleine wooncorporatie Groen Wonen Vlist (GWV) tot uitstel van de sloop. Projectcoördinator Ferdinand Jongeling: „We lopen misschien wel een jaar vertraging op.”
Opmerkelijk genoeg heeft niemand de diertjes ooit gezien. „De huizen waar het om gaat zijn niet meer van deze tijd”, verklaart Jongeling het voornemen tot sloop van de panden. Zijn corporatie in de gemeente Vlist bezit zo’n duizend huurwoningen in Haastrecht, Stolwijk en Vlist. Jongeling werkt er als projectcoördinator van onder meer renovatie en nieuwbouw in de Haastrechtse wijk Agterpoort.
Met een wijkvernieuwingsproject heeft de corporatie de achterliggende twee jaar 36 woningen in Agterpoort gerenoveerd. Afgelopen maand kwamen de laatste gereed. Bij elf huizen vond GWV renovatie geldverspilling. „Met een oppervlakte van 5,5 bij 6 meter op de begane grond zijn ze veel te klein”, aldus Jongeling. „Het plan was daarom om de woningen, één blok van drie huisjes en één van acht, in het eerste kwartaal van 2014 te slopen.”
GWV wil de nieuwe woningen hoger en groter bouwen. Daarvoor heeft de gemeente Vlist het bestemmingsplan van de wijk gedeeltelijk moeten herzien. „In verband hiermee liet ze een onderzoekje naar de aanwezige flora en fauna uitvoeren”, vertelt Jongeling. „De ecoloog die dit deed, stelde daarop dat er mogelijk vleermuizen in de panden zaten. Het bericht kwam als een donderslag bij heldere hemel. We hebben de wijkbewoners ernaar gevraagd. Die hebben nooit wat van vleermuizen gemerkt.” Ook de ecoloog heeft ze niet gezien. „Dat mocht hij ook niet onderzoeken”, weet Jongeling. „De quickscan vond namelijk in oktober plaats; tegen die tijd beginnen vleermuizen aan hun winterslaap en mag je ze niet storen.”
De ecoloog adviseerde vervolgonderzoek te verrichten naar vogels en vleermuizen die de huizen mogelijk bewonen voordat GWV de sloop- en bouwvergunningsaanvragen indient. Jongeling: „Zo’n onderzoek moet van mei tot en met oktober plaatsvinden.” In die tijd nemen ecologen met tussenpozen poolshoogte om een beeld te krijgen van de aanwezige zomer-, kraam-, paar- of winterverblijfplaatsen.
Als blijkt dat er geen vleermuizen zitten, kan GWV tegen het einde van het jaar een sloopaanvraag indienen. Jongeling: „De nieuwbouw start dan op zijn vroegst begin 2015. Als er wel vleermuizen zitten, moeten we bij de overheid een ontheffing aanvragen. De behandeling hiervan duurt minimaal acht weken.” De wet eist hierbij dat de vleermuis voorzien blijft van alles wat hij nodig heeft om zich succesvol te kunnen voortplanten of te rusten. Jongeling: „Een voorwaarde om de huizen te mogen slopen kan dan zijn dat we de vleermuizen eerst een alternatief moeten bieden. We moeten een zogeheten mitigatieplan opstellen. Hierin staan dan onder andere nieuwe verblijfplaatsen ter compensatie van de verblijven in de sloopwoningen.”
Ondertussen staan de huizen te verpauperen, waarmee de kans op vleermuizen groeit. „We waren al begonnen met het herhuisvesten van de bewoners”, legt Jongeling uit. „De meeste huizen staan daardoor leeg, we krijgen er dus geen inkomsten meer van. Heel vervelend. Ik heb al voorgesteld om nu vast zo’n ontheffing bij het ministerie aan te vragen, maar dat kon niet.” Hij neemt de ecoloog overigens weinig kwalijk. „We hebben zijn verslag aan een ander onderzoeksbureau voorgelegd. Dat vertelde ons dat hij zijn werk goed had gedaan.”
Officieel kan de gemeente Vlist besluiten om het rapport geen onderdeel van de bestemmingsplanherziening te laten vormen, weet de projectcoördinator. Maar hij verwacht niet dat ze dit zal doen. „We kijken nu naar de mogelijkheden van tijdelijke verhuur van de woningen.”