EU vindt groeicijfers Italië te optimistisch
De Europese Commissie vindt Italië te optimistisch over de economische groei. Niettemin zal zij komende woensdag naar verwachting haar goedkeuring hechten aan de begrotingsplannen van de regering in Rome.
Premier Berlusconi en zijn kabinet zijn bij hun financiële beleid uitgegaan van een toename van het bruto binnenlands product (bbp) in 2002 en 2003 van respectievelijk 2,3 en 3,0 procent. Zij menen dat er in het laatste kwartaal van vorig jaar reeds een herstel van de conjunctuur is ingezet.
De Commissie kijkt daar anders tegenaan. Die voorziet pas het begin van een opleving in de tweede helft van 2002 en voorspelt aan de hand daarvan voor de zuidelijke lidstaat een expansie van 1,3 procent in de lopende twaalf maanden en van 2,7 procent in de periode daarna.
De Italiaanse media maakten gisteren gewag van de verschillen van inzicht. Brussel zou op basis van de eigen berekeningen vraagtekens plaatsen bij het realiteitsgehalte van de budgettaire doelstellingen. Rome zet voor dit jaar in op een begrotingstekort van 0,5 procent van het bbp. De Commissie daarentegen denkt aan 1,2 procent.
Wel blijft het negatieve saldo beneden het plafond van 3 procent. Die bovengrens is vastgelegd in het zogeheten stabiliteitspact, de afspraken waaraan de landen die deelnemen aan de monetaire unie zich hebben verbonden met het oog op de noodzakelijke discipline in de sfeer van de inkomsten en uitgaven van de overheid. Italië streeft ernaar het tekort in 2003 volledig te hebben weggewerkt.
De krant La Repubblica meldt verder dat de ploeg van voorzitter Prodi ook kritisch is over de hervormingen op de gas- en elektriciteitsmarkt. Er zouden te weinig vorderingen zijn gerealiseerd met het toelaten van concurrenten voor de staatsondernemingen in de betrokken sectoren, ENI en Enel. Die beschikken nog steeds over een bijna-monopoliepositie. Als gevolg daarvan hebben de afnemers nauwelijks keuzemogelijkheden en behoren de energieprijzen voor consumenten en bedrijven tot de hoogste binnen de EU.