Kerk & religie

Hof VS bekijkt steun godsdienstonderwijs

Het Amerikaanse hooggerechtshof hoort dinsdag de argumenten in een zaak die de weg kan openen tot meer staatssubsidie voor Amerikaans godsdienstonderwijs.

Kerkredactie
2 December 2003 10:39Gewijzigd op 14 November 2020 00:46

De rechters van het hooggerechtshof buigen zich over de vraag of een staat beurzen aan theologiestudenten kan ontzeggen. Dit om te vermijden dat publieke gelden ten goede komen aan een bepaalde kerkelijke predikantsopleiding. De uitspraak die het hof zal doen staat in de context van een bredere kwestie, die duizenden Amerikaanse schoolkinderen en hun ouders raakt. Kan de overheid verplicht worden een groeiend aantal subsidies te verstrekken, waaruit het schoolgeld van ouders die hun kinderen naar een religieuze school sturen wordt betaald?

Afgelopen jaar bepaalde het hof dat lokale autoriteiten inderdaad zulke subsidies mogen verstrekken. Maar het hof sprak zich niet uit over de vraag of het ook moet.

Mike Flynn, directeur van de American Legislative Exchange Council, een denktank in Washington, is enthousiast over de zaak. „Hiermee wordt een laatste obstakel genomen.” Naar verwachting zal het hooggerechtshof eind juni een uitspraak doen.

De zaak, die in Amerika bekend staat als ”Locke versus Davey”, begon in 1999. Joshua Davey, eerstejaars student aan het Northwest College in Kirkland (staat Washington), ontving een staatsbeurs, gebaseerd op zijn academische prestaties. De staat Washington trok de beurs van 2500 dollar in toen Davey verklaarde een theologische opleiding te volgen aan het Northwest College. Dit college is verbonden met Davey’s kerk, de Assemblies of God. Ambtenaren wezen hem op een artikel uit de grondwet: publieke gelden zijn niet bedoeld om een speciale ambtelijke opleiding te financieren.

Davey ging naar de rechter, omdat volgens hem het recht op vrije godsdienstuitoefening was geschonden. Hij verloor, maar won bij het Amerikaanse hof van appèl. De staat Washington heeft de zaak vervolgens bij het hooggerechtshof neergelegd. „Het is evidente discriminatie”, meent Jay Sekulow, adviseur van Davey. „De staat Washington rangeert iemand die zijn godsdienst serieus neemt, uit.” Volgens Sekulow heeft de staat ook Davey’s recht op meningsuiting aan banden gelegd. De inhoud van zijn werkstukken zou zijn gecensureerd. De staat stelt echter dat hij uitsluitend Davey’s financiering heeft stopgezet.

De uitspraak van het hooggerechtshof kan verstrekkende gevolgen hebben voor de subsidies van godsdienstonderwijs in de VS. In de wetgeving van Washington en van 35 andere staten zijn amendementen opgenomen die moeten voorkomen dat met publieke gelden religieuze scholen worden gesteund. De meeste van die amendementen zijn terug te voeren tot de late negentiende eeuw, toen rooms-katholieke scholen als paddestoelen uit de grond rezen.

Wanneer het hooggerechtshof deze amendementen ongedaan maakt, kunnen ouders aanspraak gaan maken op publieke gelden voor de financiering van religieus onderwijs. Kernpunt in de zaak is de uitleg van de feiten: de staat Washington beweert dat Davey’s keus voor de opleiding concreet gericht was op een geestelijk ambt in de Assemblies of God. Davey daarentegen betoogt dat hij „gewoon een religieuze studie” wilde volgen waar de docenten lesgeven „vanuit een religieus perspectief.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer